Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, november 05, 2006

Bomen en appels

De mannetjes zijn weer terug bij hun moeder. De overdracht verliep net als gisteren probleemloos. Zelfs Theo, met wie ik voor De regels wekelijks ging biljarten, maar ook degene die me herhaaldelijk dood heeft gewenst, had er een begroeting voor over, minzaam weliswaar, maar toch.
Nu mijn zoons niet meer hier zijn, is het nog stiller in Samploy, alleen doet het gebrek aan leven nu een beetje zeer, zoals altijd op zondag wanneer ik plotseling weer in mijn up ben. Ook de honden missen Sietse en Bart. Ze kijken me vragend aan en zoeken in alle hoeken en gaten. Het was dan ook dolle pret, vooral gisteren. Boris, de Golden Retriever, kreeg er maar niet genoeg van om achter het stuk touw aan te rennen dat Sietse telkens voor hem weggooide in de tuin. Het record staat op 86 keer. Cindy, de Duitse herder, week intussen haast niet van de zijde van Bart.
Tijdens één van onze tochten liepen we een stuk samen op met een vader en diens jonge zoon en eveneens twee honden. Mijn oudste zoon wierp zich op als een soort hostess en legde uit hoe de vork in de steel zat.
‘Goedemiddag,’ zei hij, ‘ik ben Sietse en dit zijn mijn vader en mijn broertje Bart. De honden heten Boris en Cindy. Die zijn van Natasja, maar die is nu naar Rome. Wij zijn op haar huis aan het passen.’
Uit de verhalen van mijn moeder weet ik dat ik me vroeger precies zo gedroeg.
‘Nog even en hij vertelt je mijn pincode,’ grijnsde ik de man toe.
Hij glimlachte zwijgend en ik besefte dat heel Samploy spoedig op de hoogte zou zijn van Natasja’s trip naar Rome. Zo gaat dat immers in een dorp.
Over de bazin des huizes gesproken, ze belde vannacht op. De portemonnee van de geluidsman was gerold, vertelde ze. Tickets, geld, credit card, alles weg. De eerstvolgende vlucht met vrije stoelen ging pas op woensdag. Ergens kwam dat nog wel goed uit ook, want dan kon ze mooi op zoek naar werk.
‘Hè?! Je kon toch bij die festivals aan de slag?’ vroeg ik nog, maar Natasja was te vol van Rome om me te horen. ‘Ik ben helemaal verliefd op deze stad!’ juichte ze. Of ik het niet erg vond om nog wat langer op huis en honden te passen?
‘Geen probleem,’ antwoordde ik geheel naar waarheid.
Ik heb het nog niet opgeschreven of de honden slaan aan. Buiten lijkt ineens het laatste oordeel aangebroken. Of nee. Het is de plaatselijke fanfare maar, ontdek ik. Terwijl de kerkklok erop los beiert, marcheren drie trommelaars, een handjevol blazers en een tamboer voorbij, in hun kielzog de pastoor in vol ornaat, die op zijn beurt weer gevolgd wordt door de plaatselijke notabelen en de rest van de kerkgaande bevolking van Samploy. Ik blijf in de tuin staan tot het geluid van de processie helemaal is uitgestorven en je weer een speld kunt horen vallen.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Je beschrijft het zo, dat zelfs ik, een stadsmuts, graag voor eventjes met je zou willen ruilen!

Anoniem zei

En mijn mannetje is weer thuis...
Lekker, nog even genieten dus voor jou daar.
Het is je nog steeds gegund...telkens weer.

Ep Meijer zei

Fijn, jullie warme waardering.