Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zaterdag, februari 21, 2009

Toefje groen



Op de heenweg kijkt hij naar wissels en sporen die uiteen wijken. Hij wil niet in de trein zitten. De trein herinnert hem aan haar. Wat niet trouwens? Ieder liedje op de radio gaat over haar, ze verschijnt op zijn netvlies bij alles wat hij ziet. Hij sluit de ogen maar even. De ruiten zijn toch vies. Of wacht, er dansen druppels over het raam, in parallelle banen. Zouden ze elkaar raken? Het lijkt er soms op, maar beide druppels krijgen pas in de sponning contact; dat telt niet. Vanzelf ontsnapt een zucht uit zijn longen.

Hij moet even ingedut zijn. Hij hoort nog net iets over 'Den Bosch' voor hij de ogen opent. Er is iets veranderd. Het is druk op het perron, maar dat is gewoon voor een vrijdagmiddag. Kleur, dat is het! Tussen de grauwe wachtenden zijn paradijsvogels opgedoken. Het duurt een fractie van een seconde voor hij het beseft: dit is geen metafysische trip, maar carnaval.

Naarmate de trein verder onder de grote rivieren doordringt, wint de kleur aan kracht. Als hij eenmaal uitgestapt is, galmen de schlagers hem tegemoet. Het lijkt of er ergens een nest met verklede mensen in de buurt is.

Zelfs zijn jongste zoon blijkt zijn drakenpak aan te hebben, inclusief indrukwekkend hoofddeksel. Eenmaal in de trein maakt hij van de afwezigheid van zijn broer gebruik om eens goed bij te praten.
'Is de ruzie al over?'
'Nee.'
'Gaat de ruzie nog over?'
'Ik hoop van wel, maar ik ben bang van niet,' antwoordt hij naar eer en geweten.
'Jammer,' zegt zoonlief en tovert zijn nieuwste verovering tevoorschijn, een Lego-racer die over een meegeleverde schans kan springen, zelfs op een veel te klein tafeltje in de trein.

Utrecht Centraal. Ook hier ligt de pijn overal op de loer. Uit de intercom klinken doorlopend stremmingen.
'Kijk!' roept zijn jongste zoon en wijst op een videowall, waar een snowboarder van een klif afspringt.
'Zou jij dat durven?'
Zoonlief schudt zijn hoofd resoluut.
'Maar je wilt toch helikopterpiloot worden? Dat is ook gevaarlijk, hoor.'
'Nee joh. Je hebt gewoon een touw en dat takel je dan naar beneden.'
'Juist ja,' zegt hij. Ineens is hij zich ervan bewust dat zijn jongste zoon in zijn drakenpak het enige toefje groen vormt in de immense stationshal. Verder gaat niemand meer verkleed en iedereen heeft haast.
'Niet te vergeten,' zoonlief tilt parmantig zijn rechterwijsvinger op, 'je moet altijd de staartrotor in beweging houden. Anders raakt het toestel onbestuurbaar.'


Ep Meijer 2009
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

donderdag, februari 12, 2009

'Maar natuurlijk druk ik op het juiste knopje, mevrouw!'




Hij werkte met schermen of liever, hij schermde met werken, want zijn baan in de meldkamer van een aantal parkeergarages kwam in feite neer op betaald neuspeuteren. Heel af en toe stond hij een klant te woord. Indien nodig drukte hij vervolgens op een knopje zodat er ergens een deur openging. Een chimpansee kon het ook.

Vanavond gebeurde iets dat nog nooit voorgevallen was: drie van de vijf telefoons rinkelden simultaan. Tegelijk kwam zij in beeld, klein weliswaar in het mozaïek van beeldschermen, maar er was iets in haar verschijning dat meteen zijn aandacht trok. Hij weet nog dat het voelbaar was, op een manier die hij nooit zal kunnen uitleggen. Hij dacht het zelfs, woordelijk: 'verdomd, ze is het.' Als om het te bevestigen, leek ze de camera in de gaten te krijgen. Hij wreef zich in de ogen. Het was echt zo, ze deed een dansje en lachte naar hem, alsof ze hem ook kon zien. Hij kon het niet helpen zich af te vragen: zou ze hetzelfde voelen als hij?

Terwijl hij de telefoontjes afwerkte, probeerde hij haar in het oog te houden. Zijn hart dacht dat hij aan het traplopen was. Inmiddels stond ze voor de betaalautomaat. Ze gunde hem een blik op haar fraaie achterste en boog zich voorover, alsof ze verwachtte dat de sleuf vanzelf een uitrijkaart zou produceren. Alsjeblieft, dacht hij, laat het wisselgeld op zijn, mogen alle chipknips in Nederland spontaan onklaar zijn geraakt, maar druk op de intercom, doe het! Hij haalde diep adem, sloot de ogen een moment en vouwde de handen.

Voorwaar, de display van de rinkelende telefoon gaf het bijbehorende nummer aan. Zij was het. In triomf balde hij de vuisten.
'Goedenavond, Parking & co, hoe kan ik u van dienst zijn?'
Ze begon over haar handtas te vertellen die zo'n onvoorstelbare puinhoop was dat je er een complete jungle-expeditie voor zou moeten uitrusten om het kaartje te vinden waarmee ze de garage was binnengekomen. 'Kan ik niet gewoon een paar euro in dit ding duwen en dan wegwezen?'
'Nee,' antwoordde hij, 'dat gaat niet, mevrouw. Maar ik kan u wel op een andere manier eruit helpen.'
'O ja?'
'Het klinkt misschien raar, zo uit een intercom, maar ik weet zeker dat u en ik voor elkaar geschapen zijn. Bent u vanavond nog vrij, als ik vragen mag?'
Met een rukje ging haar hoofd naar achteren. Ze draaide zich naar de camera om. Hij zag hoe haar lippen bewogen. God, wat was ze mooi.
'U moet met het apparaat praten,' zei hij, 'zo kan ik u niet verstaan.'
Ze deed een halve pirouette en vroeg of hij gek geworden was.
'Altijd al geweest. Alstublieft, neemt u de proef op de som en gaat u wat met me drinken. Ik ben om elf uur vrij. Geeft u toe aan een krankzinnige impuls. Als u het niet doet, houdt u uw leven lang spijt. En ik ook.'
Langzaam wipte ze van het ene been op het andere. 'Dat is nog maar een kwartier,' peinsde ze hardop, 'mag ik dan achteraf wel gratis uitrijden?'
Hij zag het al helemaal voor zich. Overmorgen hoefde hij pas weer te werken. Dan zou ze zo'n 30 euro moeten ophoesten. Dat was te gek voor een parkeerplaats, daar waren ze het roerend over eens. Er bestond geen andere optie dan tot die tijd bij elkaar te blijven. Hij moest gewoon een keer op het juiste knopje drukken, dat was alles.
'Natuurlijk, mevrouw!' zei hij op zijn klantvriendelijkst, pakte zijn agenda erbij en trok onder 'februari' een horizontaal streepje door de vier verticale die er al stonden.


Ep Meijer 2009
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd

maandag, februari 09, 2009

Normvervaging



'Ja hoi, met Paul. Ik heb wat ideetjes die ik even tegen het licht wil houden.'
'Sorry?'
'Over bushokjes, je weet wel. Ons bureau is gevraagd om wat nieuwe functionaliteiten te bedenken.'
'Nou weet ik het weer, onze subsidiepot moest op. Brand maar los.'
'Wat dacht je van een grote sudokupuzzle of een megakruiswoordraadsel op één van de wanden, zodat wachtende passagiers zich niet hoeven te vervelen? Je kunt er alleen op schrijven met een stift die vaste reizigers krijgen. Of een soort graffitymuur, waarop jong en oud hun ei kwijt kunnen.'
'Die zou binnen een dag aan diggelen gaan, net als die puzzels van je.'
'Een robuust apparaat dan, waar je met wat drukken op de knop bijvoorbeeld je daghoroscoop te lezen krijgt.'
'Geloof me, ze krijgen alles kapot.'
'Nu je het zo zegt, Karel, waarom maken ze bushokjes tegenwoordig niet meer van steen?'
'Zoals ik al zei, ze krijgen alles kapot. Als je goed oplet, zul je zien dat moderne bushokjes uit modules bestaan. Gesneuvelde panelen kunnen eenvoudig vervangen worden. Daarom wordt glas gebruikt, zie je? Het is een kwestie van arbeidsloon.'
'Ha! Maar ik heb de manier om ieder materiaal bij elkaar te houden. Fleurige plakletters met een ontzettend sterke lijm.'
'Wat wil je met die plakletters dan?'
'Van alles. Denk aan poëzie.'
'Poëzie? Laat me niet lachen. Als er iets als een rode lap op een stier werkt, dan zijn het gedichten wel. Nee, slecht idee. Het is de bedoeling dat de glazen panelen in honderdduizend stukken gaan. Dat is veiliger en voorkomt snijwonden bij de mensen die ze komen vervangen.'
'Als ik het goed begrijp, nemen jullie vandalisme op de koop toe? Dat is iets om over na te denken. En weet je wat? Dat hebben wij gedaan! Wat dacht je van in schutkleur gespoten dispensers die een geur verspreiden die gegarandeerd weldadig stemt?'
'Joh, die dispensers van jou zijn er in de kortste keren af gesloopt.'
'Dus over de knuffelcorner zal ik maar niet beginnen?'
'Tuut-tuut-tuut-tuut-tuut.'


Geschreven naar aanleiding van de februariopdracht op het Fantasierijk.

Ep Meijer 2009
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

vrijdag, februari 06, 2009

Bij de bekering van Andries Knevel





Het is ooit met niets begonnen. Toen werd het niets met een Big Bang plotseling iets: een zich uitdijend heelal, dat nu al zo groot is dat we het eindig oneindig noemen (of vice versa). Het bevat miljarden melkwegstelsels en ieder melkwegstelsel telt op zijn beurt miljarden sterren.

Het heelal gaat ieder voorstellingsvermogen te boven. Waar gaat het heen, wat gebeurde er voor de Big Bang? Hoe komt het dat we er zijn, is het aan een ongelooflijk toeval te danken of zijn er meer zoals wij? Het antwoord op die vragen kan geen levend wezen je geven.

Je kunt je er gemakkelijk vanaf maken, door een God te verzinnen die het geheel in zes werkdagen geschapen heeft. Ook in dat geval lijkt het niet aannemelijk dat de enige, echte waarheid in een boek staat dat pakweg tweeduizend jaar geleden geschreven is op een blauwe speldenprik, onze aarde, in een uithoek van een onopvallend melkwegstelsel. Waar halen we de hoogmoed vandaan om onszelf zo centraal te stellen, waarom denken we toch steeds dat we uitverkoren zijn? Op de schaal van het universum stellen we werkelijk zo goed als niets voor. Op kosmisch niveau is het lachwekkend om een Bijbel of een Koran als bron van de ultieme waarheid te beschouwen.

Noem het geheel voor mijn part God of Allah, maar besef in ieder geval je plaats. Ga geen oorlog voeren om de waarheid, want de waarheid ontgaat ons uit de aard der zaak. We zullen de Big Bang nooit begrijpen. Daar zijn we te nietig voor. Erken dat, neem het gedoe op aarde niet zo serieus en begin met jezelf.


Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

dinsdag, februari 03, 2009

Al is de leugen nog zo snel...



Mijn Duitse aanstaande had me nog zo gewaarschuwd.
'Praat niet met hem over de oorlog.'

Het gebeurde toch. Ik weet nog dat de ondergaande zon juist een bundel strijklicht in de kamer wierp, waardoor een deel van het meubilair oranje oplichtte. Op dat moment nam mijn bijna-schoonvader de woorden in de mond: die Auschwitz Lüge. De Geallieerden hadden Hitler in een kwaad daglicht willen stellen, beweerde hij, ze hadden een excuus nodig voor de oorlogsmisdaden die ze op hun geweten hadden. Nadat Duitsland verslagen was, hadden de Amerikanen even snel wat crematoria in elkaar geknutseld. Hij zei mensen te kennen die aan de bouw hadden meegewerkt.
'Maar waar zijn die zes miljoen Joden dan gebleven?' vroeg ik, terwijl ik voelde hoe mijn vuisten zich balden.
Hij ging iets verzitten en brak daarmee ongewild de bundel zonlicht in stukken.
'Zes miljoen,' sprak hij, 'dat is heel veel. Wil het waar zijn, dan heeft men er een industrieel proces van gemaakt. Ik ben architect, ik weet het nodige van planning. Zes miljoen mensen doden vormt een enorm project, waarvoor de medewerking van tienduizenden personeelsleden noodzakelijk is. Met alleen dwangarbeiders red je het niet. Er zullen ook Duitsers hebben meegeholpen.'
Mijn aanstaande schoonvader zweeg ineens.
'Na und?' vroeg ik.
Hij haalde diep adem en sloot de ogen. Ik zag hoe zijn kaken zich spanden. Toen gingen zijn oogleden opnieuw uiteen en keek hij me recht aan.
'Sowas tut ein Deutscher nicht,' fluisterde hij haast.

Pakweg dertig jaar later is er weer eens herrie in de kerk. De paus heeft de excommunicatie van bisschop Williamson ongedaan gemaakt, terwijl deze het had bestaan om de Holocaust in twijfel te trekken. Onze minister van Buitenlandse Zaken was er als de kippen bij om Benedictus XVI ter verantwoording te roepen.

Op YouTube is het gewraakte interview te zien. Oog in oog met de Zweedse televisie beweert bisschop Williamson kortweg dat er geen sprake kan zijn geweest van fabrieksmatige genocide. Volgens hem zijn er in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog 300- tot 500.000 Joden om het leven gekomen, maar niet in gaskamers.

Begrijpt u me goed, mij hoort u niet zeggen dat de Holocaust verzonnen is. Het is trouwens bij wet verboden om dat publiekelijk te verkondigen, dus kijk ik wel link uit. Serieus, ik wil het leed dat miljoenen Joden en andere ongewenste bevolkingsgroepen berokkend is, op geen enkele manier bagatelliseren. Persoonlijk ben ik bang dat het echt gebeurd is en dat doet me bijna dagelijks verdriet.

Alleen vraag ik me oprecht af waarom je alles mag zeggen wat je denkt, behalve als het om de Holocaust gaat. Waarom ligt dit onderwerp zo gevoelig dat het wettelijk beschermd moet worden? Er is een heel eenvoudige manier om bisschop Williamson en consorten de mond te snoeren: door hun zogenaamde bewijzen te weerleggen.

Kom maar op met de waarheid.



Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.