Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

vrijdag, juni 29, 2007

Partir c'est vivre un peu

Mijn huisbaas had de gewoonte mijn naam door het trapgat te schallen als hij me wilde aanspreken op mijn huurachterstand. Als ik niet direct tevoorschijn kwam, ging hij een paar treden omhoog en zette nog een tandje bij qua volume. Ook al was ik in gesprek of met andere dringende dingen bezig, ik zorgde er altijd voor dat hij nooit verder dan halverwege de trap naar mijn slagzij makende zolderetage geraakte.
‘Ep!’
Alsof je naar adem hapt. De laatste weken leek mijn huisbaas dat meer en meer te doen. Met een rood aangelopen hoofd trok hij telkens een blik met verwensingen open. Hij eiste dat ik naar het CWI ging om er een uitkering aan te vragen, die dan rechtstreeks op zijn rekening moest worden bijgeschreven. Meestal antwoordde ik dat ik alle begrip had voor zijn woede, maar dat ik het op eigen kracht ging redden, met mijn pen, dat ik de huur misschien niet altijd stipt op de eerste van de maand kon overleggen, maar dat ik wel zou betalen, wat er ook gebeurde. Dat had ik de voorgaande zestien maanden toch ook gedaan?

Vorige week ging het weer precies zo, zij het dat hij ditmaal helemaal door het lint ging.
‘Als je per 1 juli niet bij bent met de huur, verander ik het slot op de deur en zet ik al je spullen op straat.’
‘Dat recht heb je niet eens,’ probeerde ik nog, ‘ik loop maar een maand achter. En als je de borg meerekent, staan we zelfs quitte.’
‘Ik geloof er niet meer in,’ fulmineerde hij, ‘je zit daar maar een beetje op je spijker.’
‘Ik schrijf,’ zei ik. ‘Er is net weer een nieuw boek uit, over de Tour de France, niet geheel ontoepasselijk heet het De vlucht.’
‘Ja, maar wat levert dat op? Het wordt nooit iets met jou. 1 juli betaal je me de achterstallige huur plus de huur van juli. Anders is het Schluss.’
Ik moest denken aan de 120 uur die ik in zijn andere huis had geklust. Volgens afspraak bedroeg het uurloon 8 Euro, maar toen het op verrekenen aankwam, kreeg ik de helft, want ik had mijn werk zogenaamd niet goed gedaan.
‘Dan ga ik weg,’ flapte ik eruit, ‘want ik ben geen lijfeigene.’
‘Denk maar niet dat ik je laat gaan,’ dreigde hij, ‘eerst betalen.’

Ik weet niet hoe vaak mijn naam vandaag door het trapgat heeft geschald. Ik gok een keer of vier. Daarna zal mijn huisbaas, gealarmeerd door de stilte, de trap waarschijnlijk helemaal bestegen hebben. Vervolgens moet de leegte van de slagzij makende zolderetage hem hebben aangegaapt, want ik woon er niet meer. Wat jammer dat ik zijn gezicht niet heb kunnen zien.

dinsdag, juni 26, 2007

Snel geld verdienen?

Het is grappig om te doen, zelf een boek uitgeven. Binnen een paar uur is het gepiept. Da’s wennen als je de grachtengordel gewend bent, waar het minimaal een jaar duurt, tenzij je Herman Brusselmans heet.

Daar staat het dan, in je eigen etalage: je boek!

Duizenden mensen hebben er de lol van ingezien en zetten hun gedichten, dagboekfragmenten, verhalen, romans, romanreeksen en wat dies meer zij in de wondere winkel van Lulu.

Zoals ik al zei: grappig. Maar zoals u weet is het mij ernst. Een boek kopen op Lulu heeft zijn beperkingen. Je moet een credit card hebben of een rekening bij paypal.

Om de drempel wat te verlagen, heb ik een plan bedacht. U kunt er zelfs aan verdienen.

Hoe het in zijn werk gaat? Heel eenvoudig. U gaat naar Lulu en bestelt tien exemplaren van De vlucht. Vervolgens probeert u die in consignatie bij uw plaatselijke boekhandel te verkopen. Nu zal de winkelier in kwestie waarschijnlijk een kleine commissie eisen. 20 procent is gebruikelijk, wat in het geval van De vlucht neerkomt op € 2,68. Daar staat tegenover dat het u vrij staat om de verkoopprijs te bepalen. Als u er € 15 voor wilt beuren, be my guest.
Intussen doe ik mijn best om publiciteit te genereren voor De vlucht. Afgelopen zaterdag was ik al bij Cappuccino op radio 2 in de uitzending en onder andere de heer Mart Smeets krijgt een exemplaar cadeau.

Dan nog lijkt sprake van oplichting. Immers, u zelf heeft € 13,39 plus verzendkosten voor het boekje betaald!

Let op, nu komt het.

Als u mij kunt bewijzen dat die tien exemplaren van De vlucht daadwerkelijk over de toonbank zijn gegaan bij de plaatselijke boekhandel, maak ik € 45 aan u over.

Stel, u verkoopt De vlucht voor € 11 per exemplaar aan de boekhandel (€ 13,50 minus € 2,50 commissie). Opgeteld € 110. Voeg daarbij mijn € 45 en u komt op een totaal van € 155. Uw investering: 10 x € 13,39 plus € 9,37 aan verzendkosten, maakt samen € 143,27. Uw winst: € 11,63.

Nou, wat dacht u ervan, deal?

zondag, juni 24, 2007

Mijn engelbewaarder

Als de trein Utrecht Centraal nadert, neem ik geen enkel risico. Ik laat de mannetjes hun trui aantrekken en dirigeer ze naar de uitgang.
We zijn niet de enigen die met marge willen overstappen. Het nauwe compartiment stroomt vol.
‘Wij zijn op weg naar de studio in Hilversum,’ verheft mijn oudste zoon Sietse zijn stem, ‘want mijn vader komt op de radio.’
Bijna negen jaar oud is het mannetje. Ik voel ontroering en schaamte, maar ook trots. Wat maakt het ook uit? Ik wijs net als de voetballer Kezman met mijn duimen op de denkbeeldige naam op de achterkant van mijn shirt.
‘Mijn vader is een schrijver,’ vervolgt Sietse. ‘Nu heeft hij een boek over de Tour de France geschreven en daar gaat hij zo meteen over praten.’
‘Ik denk erover om gewoon een sandwichbord om zijn nek te hangen,’ deel ik de menigte mee en aai Sietse over zijn bol. Iedereen glimlacht ons toe. Bij het uitstappen wenst een vrouw me succes. Plezier, zal ze bedoelen.

Als het mijn beurt is in de uitzending hebben de dames van de redactie mijn jongste zoon Bart uit voorzorg naar een andere ruimte ontvoerd. Waar Sietse is, weet ik niet, maar ook hij is ongetwijfeld in goede handen.

Het gaat lekker. Dankzij de mannetjes ben ik al de hele dag afgeleid en is er geen spoor van zenuwen. Of ik zin heb in de Tour, heeft Sjors Fröhlich gevraagd. Dat is een inkoppertje. Halverwege mijn antwoord zie ik uit een ooghoek hoe Sietse naast me aan tafel plaats neemt. Hij houdt zijn lippen stijf op elkaar, wat zeldzaam is. Wel tikt hij met iets op het tafelblad, zachtjes, in een onregelmatig ritme. De presentator merkt het ook op, zie ik, en lijkt even verwonderd als ik.

Dan is het zover. Sjors beëindigt het gesprek, maar ik biets er nog snel een paar seconden zendtijd bij door te vertellen dat De vlucht alleen op Internet te koop is. Daarna zitten mijn seconds of fame er echt op. Maestro, muziek! Sjors Fröhlich staat op van zijn plek en mijn oudste zoon en ik doen een high five.
Yes!’ roepen we in koor, terwijl de palm van mijn rechterhand brandt. Sietse moet dat ook hebben, maar hij grijnst net als ik van oor tot oor.

vrijdag, juni 22, 2007

Cappuccino

Morgenochtend om 20 over 11 zit ik tegenover Sjors Fröhlich om live op Radio 2 over mijn whiller (literaire wielerthriller) te praten. Vorig jaar om deze tijd heb ik er ook gezeten, in verband met De regels. Ik weet dus een beetje wat me te wachten staat.

Volgens cijfers van de NCRV zelf trekt het radioprogramma Cappuccino een miljoen luisteraars. Ook als dat er in werkelijkheid slechts 400.000 zijn, dan nog moet je juist niet aan ze denken als Sjors je naar de tafel wenkt. De knieën knikken toch al.

Gelukkig mitrailleert hij de vragen op je af zodra je goed en wel zit. Er is geen tijd om na te denken over de antwoorden. Er moet vaart in het gesprek blijven, vindt Sjors en valt je al vakkundig in de rede als je een volzin dreigt uit te spreken.

De vorige keer duurde het interview zo’n zeven minuten, terwijl er voor mijn gevoel slechts een minuut of twee voorbij waren gegaan. Een roes, anders kan ik het niet beschrijven. Pas thuis, toen ik de uitzending beluisterde, herinnerde ik me wat ik gezegd had. Ondanks of misschien juist dankzij het pingpongen van Sjors bleek ik mijn verhaal aardig over de bühne te hebben gebracht.

Of het morgen weer zo gaat? Er is een belangrijk verschil met vorig jaar. Ditmaal neem ik de mannetjes mee naar de studio. Hilversum zal nooit meer zijn wat het geweest is. Sietse van 8 zal zich ongetwijfeld weten te gedragen. Bart van 4 acht ik echter in staat om de uitzending eigenhandig op stelten te zetten.

Veel luisterplezier, zou ik zo zeggen.


(Hier een lijst met de frequenties van Radio 2)

dinsdag, juni 19, 2007

De vlucht

Nog een weekje of drie en een kleine 200 coureurs beginnen in Londen aan de hoogmis van het wielrennen, de Tour de France. Zoals ieder jaar zal ik aan de buis geplakt zitten, zappend tussen de NOS en de BRT. Voorbeschouwingen, de live-reportages, samenvattingen, nabeschouwingen, niets sla ik over.

Zijn het de kleuren van de koerstruien, tegen de adembenemende décors van de Pyreneeën, de Alpen en het Centraal Massief die mijn fascinatie veroorzaken? Is het de heroïek, zijn het de bezwete spieren die, om met wijlen Theo Koomen te spreken, als staalkabels gespannen staan tijdens schier onmenselijke beklimmingen? Is het de flirt met de dood in de afdalingen? Zijn het de voorbereidingen op de massasprint, de kwakken die worden uitgedeeld als het peloton met zeventig kilometer per uur en masse op de meet af raast? Ook. Maar vooral ben ik een Tour-junk vanwege wat niet zichtbaar is, namelijk dat wielrennen de oneerlijkste sport ter wereld is. Doorgaans wint niet de beste, maar degene die het beste vals speelt. Wil je winnen dan moet je, in de woorden van wielerlegende Hennie Kuiper, eerst het bordje van de tegenstander leeg eten.

Stefan van Aert, de hoofdpersoon in mijn wielerthriller De vlucht, is een doorgewinterde knecht. Hij kent alle geschreven en vooral ongeschreven regels van het wielermetier. Tijdens zijn waarschijnlijk laatste Tour bindt hij nog één keer de strijd aan met de demonen in en rond het peloton. Hij zet alles op alles om de Koninginnerit solo te winnen. Zelfs ondergaat hij in het diepste geheim een aantal even mysterieuze als angstaanjagende behandelingen van een Vlaamse veearts. De muren hebben echter oren en al gauw dreigt Stefan, nog voor er een meter in Frankrijk gefietst is, een pion te worden in een spel tussen hogere machten. Tegen beter weten in zet hij zijn plan door.

Hoe het verhaal afloopt? Rechtsboven op deze site vindt u een link naar Lulu, waar u De vlucht kunt bestellen. Veel leesplezier!

maandag, juni 18, 2007

Make love, not war

Het Amerikaanse Ministerie van Defensie heeft serieus overwogen om geld te steken in de ontwikkeling van een zogenaamde homobom. Het wapen moest bepaalde hormonen verspreiden, zodat de vijandelijke soldaten zo geil werden dat ze meteen vergaten dat het oorlog was en alleen nog maar de liefde met elkaar wilden bedrijven. Van vechten kwam dan natuurlijk niets meer. Er moest geneukt worden en het maakte niet uit in welk gat.

Amerikaanse belangenorganisaties van homoseksuelen reageerden furieus op het nieuws. De homobom illustreert feilloos hoe achterhaald men in het Pentagon over seksualiteit denkt, aldus de criticasters. Alsof je homoseksueel kunt worden van een chemisch goedje, alsof homo’s per definitie slechte soldaten zijn!

Neem me niet kwalijk, maar ofschoon ik heteroseksueel ben, vind ik de homobom een prima idee. Ik stel zelfs voor om er de oorlogshaarden van deze wereld, Afghanistan en Irak met name, helemaal plat mee te gooien, wat ook door de geiten ter plaatse zeer op prijs zou worden gesteld, maar dat terzijde.

Wat zelfmoordaanslagen? Een homobommentapijt op Baghdad en in plaats van de dagelijkse bloedbaden wordt het er één grote gangbang. Amerikaan, terrorist, ze rukken zich de uniforms en de burnous van het lijf en vliegen elkaar in de armen. Gezamenlijk ontdekken de nieuwbakken geliefden dat je ook heel andere dingen met een M-16 kunt doen dan ermee schieten. Een beetje vaseline op de loop en klaar is Kees (of Mohammed of GI Joe, in dit geval). Om nog maar te zwijgen over de verborgen mogelijkheden van een Kalashnikov. Leve de leut(er)!

Zaad vergieten in plaats van kogels. Geniaal. In plaats van kritiek verdient het Pentagon de Nobelprijs voor de Vrede.

vrijdag, juni 15, 2007

Plan de campagne

Amice (sorry, macht der gewoonte. Ik bedoel natuurlijk gewoon ‘Beste Harry’),

Net als jij kan ik nauwelijks wachten tot het zover is. Eindelijk zullen onze landgenoten zich weer thuis kunnen voelen in Nederland! Wel wil ik je er hierbij op wijzen dat ik je enthousiasme over de nobele sjoelsport niet helemaal deel. Het is waar, er zijn wereldwijd nog maar twee sporten, waarvan de overkoepelende bond nog geen dopingreglement heeft opgesteld: Go en sjoelen. Ik ben het met je eens dat dit iets zegt over jouw passie. Ik moest een traan wegpinken toen ik las over jouw beleving van het sjoelen, de manier waarop je het onbevlekte blazoen van het spelletje (of de sport, zo je wilt, want voor alles wil ik geen ruzie met je) uitdraagt. Maar of we nu meteen voetbal moeten vervangen door sjoelen zodra we aan de macht zijn? Stel het je voor. Zondagavond, bord op schoot en dan geen Ajax, Feyenoord, AZ of PSV op de buis, maar sergeant Bombrief, die misschien voor de 14-de keer in zijn carrière de maximale score van 148 gooit? Laten we reëel blijven, Harry. We moeten het gepeupel natuurlijk wel te vriend houden.

Verder doet het me waarlijk deugd om je te vertellen dat ik allerminst stil heb gezeten. Zoals het een voormalig topambtenaar betaamt, heb ik vooral gelobbyd. En ik heb goed nieuws! Boer Krelis is ook boos op het kabinet. Eerst honderd dagen snuffelen en dan nog niet met een fatsoenlijk beleid op de proppen komen. ‘We willen de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.’ Dat soort dingen. Hoe, staat er niet bij. Wat een prutsers. Dat vindt boer Krelis dus ook en het enige dat wij hoeven te doen, is de staatsgreep synchroniseren met zijn opmars naar het Binnenhof. Wie weet komt hij wel met zijn Leopard II-tank! Samen met jouw Apache-helicopters houdt niemand ons tegen. Zoals je ziet, de sterren lijken ons gunstig gezind.

Tot zover het plan de campagne. In de categorie nuttig nieuws: in Noord-Korea worden mensen die in het bezit zijn van een mobiele telefoon in het openbaar geëxecuteerd. Dat lijkt me hier ten lande ideaal, vooral om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren, om in het jargon van ons kabinet te blijven. De conducteur krijgt gewoon een Uzi mee en schiet erop zodra ergens in de stiltecoupé een hippe ringtone klinkt. Het wordt weer fijn in de trein, wat jij?

Hartelijks,

Sicco (ir. S. de Quadsteniet).

PS: stop dit mailtje na lezing in de prullenbak van je computer, want de vijand leest wellicht mee.

dinsdag, juni 12, 2007

Werk in uitvoering

Sorry, even wat minder vaak een nieuw stukje hier. Het is niet dat ik stop met bloggen, hoor, maar de frequentie zal niet meer zo hoog liggen als mijn verstokte fans gewend zijn. De reden is een nieuwe roman die veel van me vraagt. Misschien laat ik u af en toe mee lezen, misschien ook niet. Kijkt u intussen naar Radio Bergeijk (maandagavond op Nederland 3), Little Britain (vrijdagavond op Nederland 3) en blijft u klikken, wat er ook gebeurt (in dier voege kan ik hierbij reeds bekend maken dat ir. Sicco de Quadsteniet samen met sergeant Harry Bombrief een staatsgreep schijnt te beramen; vreest u niet, maar als u geld over heeft voor een schuilkelder, zou ik daarvoor gaan in plaats van in de Chinese economie te investeren, wat hoe dan ook een riskante beleggingsstrategie is - beseft u wel dat als het zo doorgaat, de Chinezen tegen het jaar 2043 de helft van de wereldbevolking uit zullen maken? Aldus gegevens van het onderzoeksbureau voor nutteloze edoch verstrekkende zaken Graaf, Spit & co, dat zoals bekend namens Groeten uit de Goot niet aflaat om de onderste steen boven te halen. Het laat zich raden dat al die Chinezen behoefte aan Lebensraum gaan krijgen. Rara, waar. Kortom, als u wilt dat uw kleinkinderen geen Kantonees spreken, koopt Hollandse waar, mijn boeken bijvoorbeeld, afgezien van United Wraps dan, want ik heb geen idee hoe dat werkje op mijn naam komt).

Verder veel leesplezier!

zondag, juni 10, 2007

Krentenkakkers

Dit weekeinde zijn er in Irak weer tientallen doden gevallen, in Afrika zijn honderden mensen met AIDS besmet geraakt en duizenden kinderen door oorlogsgeweld of honger om het leven gekomen, maar waar windt men zich in ons kikkerlandje over op?

Het steekt het Platform Detailhandel Nederland dat mensen meestal alleen per uur of half uur kunnen betalen voor het parkeren van hun auto. Deze misstand heeft een psychologische bijwerking, betogen de winkeliers. Hun klanten worden chagrijnig en letten tijdens het winkelen meer op hun portemonnee. Kortom, de oneerlijke manier waarop hier ten lande parkeergelden worden geïnd, gaat ten koste van de omzet in de detailhandel. Gut, wat sneu, het is zeker komkommertijd. Het CDA en de PvdA waren er nochtans als de kippen bij om zich solidair te betuigen met de klagende middenstand, wellicht in de hoop wat stemmen te bietsen van de (verdeelde) VVD.

Bah.

Middenstanders hebben een herseninhoud die niet groter is dan het centenbakje van hun kassala, ze denken traditioneel alleen maar aan zichzelf, lees, aan hun eigen geldelijke gewin. Natuurlijk is het een gotspe dat parkeerders gemiddeld vijftien tot twintig procent teveel betalen voor het stallen van hun heilige koe, maar daar zijn heilige koeien nu eenmaal voor. Kijk maar eens wat er per liter brandstof naar accijnzen gaat. Het is het lot van de automobilist om uitgemolken te worden.

Laten de winkeliers van Nederland in vredesnaam eens verder kijken dan hun hebberige neuzen lang zijn. Waarom niet aan de periferie van de Nederlandse steden gratis parkeerplaatsen bouwen en dan even gratis bussen op en neer laten rijden naar de winkelcentra? Een boodschappenbezorgservice erbij en klaar is Kees.

Maar nee. Liever mekkeren en met de vinger wijzen naar de vermaledijde overheid, schaamteloos getuigen van de Jan Salie-mentaliteit die ons land nu al sinds de Gouden Eeuw vergiftigt.

Ga toch fietsen.

donderdag, juni 07, 2007

Vacuüm

Wat vooraf ging: kapitein David Thomas is pal na de oorlog in het gebombardeerde Hamburg om in het geheim te onderzoeken of ‘het’ vernietigd is. Hij is echter niet de enige…

Honderden vrouwen moet ik ondervraagd hebben. Uiteindelijk heb ik voldoende getuigenissen verzameld om de plaats te kunnen bepalen waar commissaris Dornkreuz zijn assistent heeft neergeschoten. Nu sta ik er. Tenminste, dat hoop ik. Nog meer hoop ik dat Fred Gates me niet voor is geweest.

De toegang tot de kelder lijkt op een grot: een gapend gat temidden van de brokstukken van wat eens een huis van vijf verdiepingen is geweest. Ik laat de lichtbundel van de zaklantaarn met het donker van de opening spelen. Ik buig me voorover, zie niets. Alhoewel, was dat geen bliksemschicht, in de diepte?
Nog een laatste keer kijk ik om me heen. Hier en daar staan nog muren overeind. Soms lijken ze ergens op. Een galg, een biddende monnik. Dan daal ik af.

Ik begin pas weer met ademen als mijn tenen de keldervloer voelen. De stank is niet te harden. Ik klem een zakdoek voor de neus. Met mijn andere hand knip ik de zaklantaarn weer aan.

Acht harige poten houd ik gevangen in de lichtstraal, als het silhouet van een bommenwerper in de bundel van een zoeklicht. Een spin. Barstensvol met bloed. Insecten zijn gek op lijken. Ik inspecteer de muren. Voorraadkasten. Leeg. Bestoft met de dikke laag stof waarmee alles in Hamburg bedekt is, het stof waarvan ze hier zeggen dat het door de muren kwam. Puingruis. Geen sporen van een worsteling. Alles is intact. Hout kan zonder zuurstof. Ik haal diep adem en beschijn de grond.

Voeten. Twee grote, meerdere kleine. Twaalf stuks. De verlichte cirkel kruipt omhoog. Miljarden stofdeeltjes dansen in de kegel tussen mij en dat wat ik zie. Een zweetdruppel daalt via mijn ruggengraat af.
Een moeder en vijf kinderen, driemaal jurkjes, tweemaal Lederhosen. De oudste was hooguit acht. De dood heeft hen verrast. In minder dan een seconde was de lucht die zij gewend waren in te ademen, verdwenen. Ze zitten als een wassenbeeldengroep op het bed. De ogen puilen licht uit en de tongen liggen als hamlappen in een slagersvitrine in de opengesperde monden. Dat kreeg je met fosforbommen. Door de hitte van de branden werd alles in de omgeving in een oogwenk vacuüm gezogen.

Dan zie ik de deken. Meteen besef ik het: eronder zit dat wat ik zoek. Mijn vingers trillen als ik mijn rechterarm uitstrek…

dinsdag, juni 05, 2007

Huishoudelijke kwestie

U zult het ongetwijfeld gemerkt hebben: als u dit weblog aanklikt, krijgt u er soms een advertentie bij cadeau, een zogenaamde pop up. Meestal probeert men u zo een ringtone in de maag te splitsen. De Nederlandse jeugd schijnt er 35 miljoen Euro per jaar aan te besteden, maar ik heb zo het gevoel dat mijn doelgroep een heel andere is. Zelf heb ik er al helemaal niets mee. Een telefoon is een functioneel ding wat mij betreft, het maakt niet uit wat voor geluid het maakt.

De bedrijven die ringtones en aanverwante rommel verkopen, schieten met een kanon op een mug. In plaats van gericht te adverteren, bijvoorbeeld in schoolagenda’s, kiezen ze ervoor om websites met meer dan gemiddelde bezoekersaantallen te parasiteren. Waarschijnlijk zijn er zogenaamde bots aan het werk, programma’s die geautomatiseerd slachtoffers zoeken, net zoals teken die zich instinctief laten vallen op ieder warmbloedig wezen dat passeert.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik ben die pop ups meer dan zat. Mij is door niemand toestemming gevraagd om op deze onsympathieke manier op mijn website te adverteren en de ergernis wordt op geen enkele manier gecompenseerd. Al enkele keren heb ik verantwoordelijke bedrijven per mail beleefd gevraagd mijn weblog ongemoeid te laten, maar waarschijnlijk zegt dat meer over mijn naïviteit dan over de gewetenloosheid van de betrokken marketeers. Op een antwoord wacht ik althans nog steeds.

Nu kan ik natuurlijk boer Krelis erop af sturen, maar dat zou enkel voor een symbolische genoegdoening zorgen. Vandaar dat ik u om hulp wil vragen. Is er iemand die weet wat er aan die vervelende pop ups te doen is?

vrijdag, juni 01, 2007

De grote donorgrol

‘Dames en heren, bij ons in de studio Lisa Levensmoe. Lisa, als ik het goed begrijp, wil je een lichaamsdeel doneren?’

‘Dat klopt. Ik ben namelijk vanaf mijn geboorte terminaal. Dat geldt trouwens voor alle mensen, want dood gaan we allemaal. Bovendien heb ik er toch twee van. Dus kan ik er gerust één missen.’

‘Dat is heel nobel van je, Lisa. Maar je begrijpt natuurlijk wel dat we er een publiciteitsstunt van maken, want ik wil mijn borsthaar aan zoveel mogelijk mensen uit binnen- en buitenland laten zien. Vandaar dat we samen met jou drie kandidaten hebben geselecteerd. Allereerst hebben we Harriët Hartklep. Harriët, vertel ons eens waarom jij Lisa’s lichaamsdeel zou moeten krijgen?’

‘Nou, iedereen zegt dat ik een spontaan mens ben en een inspiratie voor mijn omgeving.’

‘Juist, ja. Onze volgende kandidaat is Martin Maaginhoud. Martin, waarom verdien jij Lisa’s lichaamsdeel?’

‘Mijn familie, kennissen en vrienden prijzen mijn levenslust en beschouwen me unaniem als hun voorbeeld.’

‘Mooi gesproken, Martin. Tenslotte onze derde kandidaat, Karin Kippenlever. Karin, wil jij ons uitleggen waarom Lisa haar lichaamsdeel aan jou moet geven?’

‘Wel, omdat ik boordevol energie zit en hoop geef aan iedereen die me kent.’

‘Oké. Lisa, je hebt nu alle kandidaten een beetje leren kennen. Intussen hebben ook de kijkers per sms hun voorkeur uitgesproken. Harriët gaat aan kop, op de voet gevolgd door Karin, terwijl Martin de minste sympathie heeft verworven. Aan jou de keuze, Lisa.’

‘Lastig, hoor.’

‘Toe, Lisa, houd ons en de mensen thuis niet langer in spanning en spreek het verlossende woord. Dit is het moment suprème. Naar wie gaat je middelvinger?’