Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

vrijdag, december 29, 2006

Goud (6)

Hij kon niet meer normaal denken. Voor alles schoten hem cryptische omschrijvingen te binnen. ‘Licensed to kill in Zuid-Holland, tien letters’, prevelde hij als hij langs Moordrecht reed. ‘Valt bij hitte van het dak, drie,’ dacht hij als hij een mus zag.
Een goed gesprek met hem was gaandeweg niet meer mogelijk. De zin, het geheel, ze ontgingen hem. Je moest bijvoorbeeld niet de fout maken hem ‘goedendag’ te wensen. De kans was groot dat hij dan aan een middeleeuws slagwapen dacht.

Het waren zijn collega's die alarm sloegen. Er was geen land meer met hem te bezeilen omdat hij, in hun woorden, constant wartaal uitsloeg. Als ze hem aanspoorden eindelijk aan het werk te gaan, bromde hij iets als ‘arbeidsoproep’. Hij werd doorverwezen naar een psychiater, door hem overigens consequent als ‘hersenmelker, tien’ aangeduid.

Deze psychiater wist dat taal een blauwdruk voor ons denken vormt. Cryptogrammen tonen slechts aan hoe associatief wij dat doen. De patiënt had in zijn ogen dan ook geen neurologische afwijking, maar een manie. Daar bestonden therapieën voor. Eerst moest hij echter in gesprek zien te komen. En hij wist ook hoe. Hij zou een woord of begrip moeten verzinnen waarvoor eenvoudigweg geen omschrijving bestond, een woord met niet meer dan één betekenis.

Dat viel nog niet mee, want zelfs ‘de’ kon als ‘lidwoord (2)’ worden omschreven. ‘En’ was ‘voegwoord’. ‘God’ dan? Nee, daarvoor kwam ‘opperwezen (3)’ in aanmerking. Een langer woord wellicht? Je kon het zo gek niet bedenken of het had wel een bijbetekenis. Van de weeromstuit ging de psychiater net als zijn patiënt in cryptische omschrijvingen denken. Bewust, hield hij zichzelf voor. Toen hij echter op een dag zijn vrouw met ‘Eva, vijf’ aansprak, besefte hij dat er stront aan de knikker was. ‘Sorry, Karin,’ sprak hij haar, ditmaal correct, aan. ‘Ik, eh, heb problemen met mijn bezwaarschrift, ik bedoel beroep, 6, shit, sorry.’ Karin keek hem aan alsof zij het in een Duitse stad hoorde donderen en schakelde nog diezelfde dag een ‘meesterlijk drankje’ in. De sessies met de patiënt waren inmiddels ontaard in een gebroederlijke speurtocht naar het ultieme woord, die ze alras in een inrichting mochten voortzetten.

Helaas, hoe abstract hun conversatie ook werd, ze bleven gevangenen van hun eigen beperkingen. Zelfs als je spiegels tegenover elkaar houdt, komt de oneindigheid niet in beeld. Toen ze dat eenmaal in de gaten kregen, was het alsof ze tegen een muur liepen. De rest van hun leven deden ze er het zwijgen toe.

1 opmerking:

Anoniem zei

Wat een geweldig log Ep, chapeau! Nu oppassen niet hetzelfde te gaan doen...
Dito linkjes trouwens.