Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zaterdag, december 16, 2006

Door het oog van de naald

Woensdag 4 september 1985, Joop Zoetemelk is die zondag wereldkampioen geworden. Mijn dagen slijt ik als manusje-van-alles in het hotel van een vriend in de Vogezen. ’s Avonds heb ik een relatie met drie Françaises tegelijk, wat heel ingewikkeld is. Daarom zit ik nog het liefste op de fiets. Ik beklim alle bergen in de wijde omgeving. Fietscomputers bestaan nog niet. Om mijn snelheid te berekenen moet ik het hebben van de kilometerpaaltjes langs de weg en mijn horloge. Klimmen gaat me goed af. Ik ben licht en heb enkels waarvan Mart Smeets lyrisch zou worden, zo dun zijn ze. Daar staat tegenover dat ik het op een Batavus Champion moet doen, weliswaar met racestuur, maar voor de rest meer een pakezel.

Er doemen skiliften op naast de weg. Het wordt kouder. Voor het eerst in 17 kilometer gaat het een stukje bergaf en doet het geen pijn. Ik kan weer nadenken en schud de bovenbenen los. Nog even en ik ben bovenop de Ballon d’Alsace, alwaar de traditionele hoestbui zal plaatsvinden, gevolgd door het al even traditionele sjekkie.

Ik trap de peuk uit en stop een krant onder mijn sweatshirt. Tijd voor de kers op de slagroomtaart: de afdaling. In de Tour halen de renners 100 per uur. Daar moet ik bij in de buurt kunnen komen.

De eerste kilometer wordt verpest door een haarspeldbocht. Ik klok een gemiddelde van 60. Er volgt een lang recht stuk, steil naar beneden. Nu! denk ik. Het wegdek golft. Af en toe komen de wielen los. Ik verplaats mijn gewicht zoveel mogelijk naar voren. Jezus, wat gaat dit hard. Alsof ze stilstaan haal ik twee auto’s in.

Er nadert een bocht. Ik tip de rem aan. Achter, voorzichtig, want als ik nu de balans verstoor, smak ik tegen het asfalt. Er gebeurt niets. Ik knijp wat harder en gebruik nu ook de voorrem. Hele flarden van de remblokjes zie ik loslaten. Shit, op deze snelheid is de Batavus Champion gewoon niet berekend. De bocht is naar links, blind en komt snel dichterbij. In een fractie van een seconde overzie ik de opties: rechtdoor het ravijn in of in de binnenbocht misschien frontaal op een tegenligger klappen. Ik waag de gok. Mijn linkerschouder scheert rakelings langs een rotspartij als ik de bocht vol instuur.

Alles bestaat uit strepen, maar mijn hart, mijn adem, de haartjes op mijn onderarmen, de tijd, ze stokken. Hoor ik daar een auto aankomen? Ik moet de ideale lijn houden, anders vlieg ik uit de bocht. Mijn vingers doen pijn, zo vast hebben ze het stuur beet.

En het is al voorbij. De weg voor me is leeg gebleven. Phew. Ik ben zo opgelucht dat ik helemaal vergeet om bij het volgende kilometerpaaltje op mijn horloge te kijken. Verdorie. Kan ik weer opnieuw beginnen. Ik kruip diep in de beugels.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Boer Krelis zou het je niet verbeterd hebben

Anoniem zei

Het blijft spannend...

Ep Meijer zei

Boer Krelis zou de weg ongetwijfeld van tevoren schoon geveegd hebben.