Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, januari 28, 2007

Kille klikkers

Kabouter Plompzak zag het ineens helder. Hij had er niets aan om de hele dag aan de borsten van kabouter DD te denken. Het vakantiehuisje dat hij naast zijn paddenstoel gebouwd had, deugde ook al nergens voor. Er had zich althans nog steeds geen huurder gemeld, ondanks het feit dat het inmiddels voorzien was van tuinameublement. Een bijzettafel weliswaar, maar toch, een begin. Nou, daar dacht men in de buitenwereld anders over. Kille klikkers waren het daar. Wel gratis lezen, maar advertenties aanklikken, ho maar! Kabouter Plompzak moest zijn leven over een andere boeg gooien en hij wist precies hoe: hij ging de politiek in. Alles moest namelijk anders. Het had helemaal geen zin om nog grotere paddenstoelen te bouwen of nog hipper vormgegeven kruiwagens te kopen. Het liep uit de hand met de groei van het kabouterbos. Vroeg of laat zou het hout voor de kruiwagens op raken.

Het gekke van kabouters, bedacht kabouter Plompzak, is dat ze niet zonder elkaar kunnen. Als ze samen zijn, ontstaan er echter ruzies. Waarover gaan die ruzies eigenlijk? Vooral over regels dus, of liever, over de uitzonderingen op de regels. Hoe plaats je zonder over het gras te lopen een bordje met ‘verboden op het gras te lopen’ in een perk?
De oplossing was zonneklaar. Als kabouter Plompzak aan de macht zou komen, gold voortaan nog maar één regel: gij zult het nu eren. Voor de rest mocht zo’n beetje alles behalve moorden, stelen en verkrachten.

Het vlees is zwak. Kabouter Plompzak nam de gelegenheid te baat om kabouter DD van zijn voornemen op de hoogte te stellen. Kon hij mooi nog even naar haar tieten kijken.

‘Maar Plompje toch,’ riep kabouter DD na zijn relaas uit, ‘je vergeet de turfkabouters helemaal!’
‘D-de wie?’ stamelde kabouter Plompzak, in beslag genomen als hij was door de trillingen die door DD’s boezem gingen wanneer zij haar stem verhief.
‘Wat bloos je toch lief,’ zei kabouter DD. ‘Maar over die turfkabouters. Ze doen eigenlijk niets anders dan streepjes zetten, controleren of alles volgens afspraak verloopt. Oersaai werk, daarom schuift het ook zoveel beukennootjes. En die wil jij dus afschaffen?’
‘Je kunt sommige dingen gerust aan het proces overlaten,’ zei kabouter Plompzak bedremmeld. ‘In ieder geval kunnen we met een stuk minder turfkabouters af.’
Kabouter DD sloeg de armen over elkaar, zodat haar décolleté een millimeter of twee in breedte toenam.
‘Weet je wat jij moet doen, Plomp? Oppassen dat je niet eerdaags per ongeluk expres een beukennootje op je kabouterkop krijgt. De laatste die zulke dingen in de grote mensenwereld hardop zei is, eh, nogal onfortuinlijk aan zijn einde gekomen. Ben je levensmoe of zo?’
Voor het eerst in 146 jaar deed kabouter Plompzak zijn muts af.
‘Ik zet wel een helm op,’ zei hij.

1 opmerking:

Anoniem zei

Nee, niet zonder de Turfkabouters!! Waar blijft het bureau voor statistieken en nutteloze onderzoeken zonder hen!!??