Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zaterdag, maart 17, 2007

Zij-spoor

Stippellijnen van watten verdelen de blauwe hemel boven Helick in oneindige geometrische figuren. Op de achtergrond de normale optelsom van geluiden waar je doorgaans niet naar luistert: verkeersgedruis, werkzaamheden, vogels. Het is warm voor de tijd van het jaar, maar verder is geen detail overgeslagen. Ik voel zelfs hoe de kou, die nog in de grond zit zoals het hoort, pogingen doet om via mijn voetzolen in mijn lichaam door te dringen.

K-lik-k!’

Alles is echt. Toch moet dit een andere dimensie zijn. Als op commando zwaaien alle voordeuren die ik kan zien, open. Er komen mannen en vrouwen tevoorschijn. Ze nemen me zwijgend op en posteren zich op de stoep en op de weg, zodat ik geen kant op kan.

Zo voelt een flipperbal zich dus, vlak voor hij afgevuurd wordt, denk ik. In een rechte lijn naar de hoofdweg is niet meer mogelijk. Rennen is dus ook uitgesloten. Er staat me een spitsroedenloop te wachten, tussen mensen door die me kennelijk op hebben staan wachten. Iedereen neemt me met over elkaar geslagen armen op. Ik voel mijn handpalmen klam worden.

Bluf, denk ik, dat werkt altijd. Ik begin gewoon te slalommen, ga zelfs het oogcontact niet uit de weg, glimlach vriendelijk, mompel excuses. ‘Sorry, mag ik er even langs?’ De mensen kijken me aan alsof ze de dood in de ogen zien. Toch maar liever naar de grond gekeken. Ik zie paren benen die plaats maken. Mijn vlieger gaat op, ze laten me gaan!

Nee, dus. Er is een kring om me heen gevormd. Misschien dat als ik gewoon een aanloop neem… Kansloos. De kring is twee, drie rijen dik. Vanzelf lopen mijn longen leeg.
‘In het middelpunt van de aandacht,’ grap ik en maak een hulpeloos gebaar met mijn armen. ‘Dat wat ik altijd al wilde.’
Ik sluit de ogen en slik. Dit is het dus. Ik ga gelyncht worden en ik heb geen flauw benul waarom.

‘Alstublieft,’ zegt een stem van fluweel na een stilte van eeuwen.
Er staat een jonge vrouw tegenover me die ik nog nooit gezien heb. Toch ga ik helemaal kopje onder in de bergmeren die haar ogen zijn. Over deze ontmoeting heb ik nou al die jaren gedroomd.
‘J-jij?’ stamel ik.
‘Ik zal alles zijn wat u wilt,’ smeekt ze, ‘maar we hebben zo lang op u gewacht. Alstublieft, helpt u ons.’

1 opmerking:

Anoniem zei

Verrassend...
Een soort hulp onder pseudo-dwang?