Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

donderdag, maart 29, 2007

Het beest

H-hoe kan dit?’ stamel ik.
De man naast me op de trekker kijkt me misprijzend aan, alsof het mijn schuld is dat er een heel tracé van een autobaan verdwenen is. ‘Het lokspoor,’ zegt hij in het Limburgs, ‘het is onderbroken. De verbinding moet hersteld.’
‘En wat heb ik daarmee te maken?’ vraag ik.
Nogmaals rust zijn blik laatdunkend op mij. ‘Jij hebt het verschil gemaakt.’ Hij haalt de neus op, spuugt het resultaat aan mijn voeten. ‘Verdomde vreemdelingen,’ smaalt hij.
‘Pardon?’
Ten antwoord gebaart hij dat ik moet uitstappen.

Zodra ik naast de tractor sta, komen er potige mannen op me af gelopen. Snel kijk ik om me heen en zie een gaatje. Het volgende moment ren ik de longen al uit mijn lijf, heuvelaf, richting de Kitskensberg. Blijf ademen, denk ik. Achter me wordt gevloekt. Een geluid dat ik herken uit films: de veiligheidspal van een vuurwapen wordt ontgrendeld. ‘Halt of ik schiet!’ schreeuwt iemand.
Bluf, denk ik. Er nadert een hek met vier rijen prikkeldraad. Ik heb geen vertrouwen in mezelf als hordenloper. Ik begin erop te klauteren als een schot klinkt, gevolgd door een even herkenbaar fluiten. Pal naast me slaat de kogel een krater in een paaltje.

Oké, dit is geen bluf. Ik laat me van het hek af zakken, draai me om en steek de handen omhoog. Vijf, zes mannen zijn binnen een oogwenk bij me. Ze schelden me uit, duwen me. Ik krijg een klap op het hoofd.
‘Au!’ hijg ik. ‘Kappen nu! Ik verzet me toch niet?’
‘Lopen!’ beveelt de man met het geweer.
Ik doe wat hij zegt. Toch voel ik een por tussen mijn schouderbladen. Het doet zo’n pijn dat er een oerkreet aan mijn longen ontsnapt en ik hem te lijf wil gaan, geweer of geen geweer. Het laatste wat ik zie is de kolf die snel dichterbij komt.

Ik kom bij van de kou, barstend van de hoofdpijn, misselijk. Ik probeer op te staan, merk dat ik op mijn rug lig en geen vin kan verroeren. Ik zie dat al mijn ledematen aan paaltjes vastgebonden zitten. Ik ben een levend kruis, denk ik en voel hoe een insect tot in mijn broekspijp doordringt. Om me heen een kring van gestalten. Door het tegenlicht kan ik alleen de gezichten achter me zien.
‘Wat moet dit?’ steun ik.

‘Het beest,’ zegt een stem plechtig, ‘het beest zal de fout herstellen.’
Iemand slaat een kruis en allen volgen, net niet helemaal synchroon, als in een ballet van Pina Bausch. Dan laten ze me alleen, terwijl de kerkklok van Helick juist begint te beieren.

‘Wacht,’ roep ik, ‘welk beest?!’

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik kreeg al afkickverschijnelen.....

Ep Meijer zei

Eigen schuld, dikke bult. Dan moet je ook maar niet ertussen uit knijpen. Maar nu zal ik je niet zo lang laten wachten, hoor. Ik weet namelijk al wat het beest is...

Anoniem zei

Hm, ik zal het niet meer doen.
Denk ik.
Niet zo snel dan.
Vertel!!!!!!!!