Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

dinsdag, maart 27, 2007

Fragment uit 'De Vlucht'

De bocht snijd ik precies zo aan in als ik van plan was. Het lijkt een achtbaanrit, maar dan zonder veiligheidsbeugel. Soms scheert mijn linkerschouder rakelings langs puntige stenen en scheiden me centimeters van een wisse dood in de afgrond. 90 op de teller. Niemand durft deze lijn te volgen.

Op driekwart van de bocht, ongeveer op het punt waar ik vrij scherp moet insturen en met mijn linkerknie bijna het asfalt ga raken, spuit een rots een bruisende baard van water. Op het wegdek zijn er schaapjeswolken gespiegeld, zie ik in een flits. Aquaplaning!

Van schrik tip ik de rem aan. Voor, heel zachtjes. Ik voel hoe het voorwiel begint te slippen, stuur nog lichtjes tegen, maar dat maakt het alleen maar erger. De volgende tel stuiter ik, nog half verstrengeld met de fiets, over het asfalt, dat uit razende strepen bestaat. Het lullige betonnen randje komt erg snel dichterbij en ik ben er al overheen. De fiets zie ik een meter of 80 dieper in losse onderdelen eindigen, mijn val wordt gebroken door de takken van een dennenboom, die me dan haast voorzichtig op een hellend stukje met mos neervlijen.

Ik heb een blauwe heup, zie ik dankzij de beschadigde koersbroek, een paar flinke japen op mijn armen en benen en schrammen in het gezicht, zo te voelen. Niets gebroken, geluk gehad. Ik klauter naar boven, geef een schop tegen het betonnen randje en vloek in het microfoontje om een fiets. Er lijken minuten voorbij te gaan. Ieder moment verwacht ik de achtervolgers om de bocht op te zien duiken. Gelukkig, daar komt Jelle aangereden, de assistentploegleider. Hij stapt bezorgd uit.
‘Wat sta je daar nou?!’ schreeuw ik, bloedend als een rund. ‘Geef me een fiets, verdomme!’

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik heb ervan genoten....Zoals je weet.

Ep Meijer zei

Nu nog een uitgever vinden die er hetzelfde over denkt.