Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

dinsdag, april 24, 2007

Voetbal = toeval + b

Voetbal is bijna een anagram van toeval.

Woensdag wordt Johan Cruijff 60. Als opmaat stond de programmering van Nederland 3 vanavond al in het teken van zijn carrière.

En terecht.

Voetbal is een allegorie op het menselijke leven. We hebben de kapriolen van de bal niet onder controle. Er zijn ook zoveel andere factoren die een rol spelen: de medespelers, de tegenstanders, de staat van het veld, de zij- en de achterlijnen, de scheidsrechter, de druk van de media, de verwachtingen van de achterban.

Voetbal is bijna een anagram van toeval.

In alle grote voetbalnaties van de wereld gaan de coaches ervan uit dat voetbal een opportunistisch spelletje is. Je profiteert van fouten van de tegenstander. Voetbal is vooral een kwestie van improviseren, al dan niet verhuld catanaccio spelen en de zaak achterin op slot houden. Wie dat het beste doet, wordt kampioen.

Zoniet Johan Cruijff. Voor hem is voetbal een optelsom van details. Hij is een tovenaar, hij heeft de bal aan een touwtje, leest het spel en legt de werkelijkheid zijn wil op. Als je de bal hep, kennen hun niet scoren.

Voetbal is bijna een anagram van toeval.

Het leven is een tombola. We weten niet wanneer ons uur slaat. Johan Cruijff logenstraft die wet. Hij leert ons dat een individu wel degelijk het verschil kan maken. Namens ons heeft hij zich onsterfelijk gemaakt. Hij is effectiever dan die andere JC qua hoop. Vraag het aan Catalanen.

Ik voor mij prijs me gelukkig dat ik de verlosser nog in het echt heb zien spelen, meermaals zelfs. De tweede keer springt eruit. Mei 1971 of daaromtrent. Een kaartje 'jongensrang' kostte 1 gulden. Ik sloeg geen thuiswedstrijd van Go Ahead Eagles over. Ajax stond vast op de tweede plaats, de laatste competitieronde in Deventer was een formaliteit. Vandaar waarschijnlijk dat Johan Cruijff niet met zijn vertrouwde nummer op de spelerslijst prijkte. Niet het nummer 9, niet het nummer 14, maar het nummer 1 sierde zijn rug. Geloof het of niet, maar Johan Cruijff stond die dag in de Adelaarshorst op doel. Hij zag er verdwaald uit, in het veel te grote gele keepersshirt en een hels fluitconcert werd zijn deel, telkens als hij de bal aanraakte. Wie dacht hij wel dat hij was om het spelletje zo op zijn kop te zetten?

Voetbal is op een b na het anagram van toeval.

Ajax verloor die dag in Deventer met 4-1.

1 opmerking:

Anoniem zei

Gelukkig mag ik mezelf ook tot één van de gelukkigen rekenen die Cruijff meermaals live aan het werk hebben gezien...
Mooi stukje Ep!!!