Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

dinsdag, mei 08, 2007

Vroom

Een groentela uit de koelkast is het aquarium. De ene vis heet Ruben. Hij is een goudvis die ik van mijn zakgeld in een dierenwinkel heb gekocht. Op de terugweg leek het alsof er een vlam danste in de plastic zak aan het fietsstuur. De andere vis is grijs en heet Benjamin. Hij is een wilde vis, want ik heb hem zelf met een schepnet in een sloot gevangen.

Nooit vergeet ik voor het slapen gaan te bidden. Ik vraag God om iedereen die ik ken inclusief Ruben, Benjamin en mezelf te behoeden voor alle soorten van onheil die ik kan verzinnen. Dat is nog een hele waslijst elke avond. Maar als ik mijn gebed niet uitspreek? Wie weet wat er dan gebeurt.

’s Zondags in de kerk luister ik ingespannen naar de preek, hoe pijnlijk mijn billen ook voelen van het harde hout. De woorden van de dominee zijn als wolken. Ik kan ze wel zien, maar niet vastpakken. Maar ik doe of ik ze snap, want God ziet alles, ook dat ik het programmaboekje gebruik om de tijd af te tellen – nog maar drie bladzijden, twee psalmen te gaan en het zit er eindelijk op. God ziet alles, ook dat ik van mijn moeder een stuiver in de sok mag stoppen, tijdens het hoogtepunt van de dienst, de collecte. God ziet alles, waarschijnlijk kan hij het dus wel waarderen dat ik mijn vissen naar de oudste en jongste van Abrahams elf zonen heb genoemd.

Ruben en Benjamin kunnen niet goed met elkaar opschieten. Ze blijven ieder maar een beetje in hun eigen hoek van de groentela op elkaar loeren, zelfs als ik ze voer. Op een dag bedenk ik dat hun leefomgeving ook wel erg karig is met alleen maar dat water rondom. Ik besluit de schepping dunnetjes over te doen. Van de overkant van de straat haal ik een forse graspol. Ik kan niet voorkomen dat ik in de keuken, de hall, de trap en mijn slaapkamer hoopjes aarde achterlaat.

‘Alsjeblieft, jongens,’ spreek ik plechtig en laat de graspol in zijn geheel in de groentela zakken. In een oogwenk zijn Ruben en Benjamin aan het zicht onttrokken. Hun water is zwart geworden. Dit was geen goed idee. Ik haal de graspol er weer uit en deponeer die in het toilet. Er loopt een modderspoor van mijn slaapkamer naar de badkamer, maar dat is van later zorg.
‘Sorry God,’ prevel ik, zijg op de knieën neer en improviseer een gebed. Laat Ruben en Benjamin alstublieft nog in leven zijn.

Als de stofwolken bezonken zijn, doen mijn vissen alsof er niets gebeurd is, ieder in hun hoek van de troebele groentela.
‘Dank u, Heer,’ zucht ik.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Mooi geschreven dit Ep.
Eigenlijk erg herkenbaar, zeer zeker de gedeeltes van vaste gebeden, want wat als...

Anoniem zei

Ja, die waslijst kende ik ook Ep en Estrella :-) En dan halverwege in slaap vallen.... ;-]

Ep Meijer zei

Onvergeeflijk, Jolie, heb je dan helemaal geen verantwoordelijkheidsgevoel?

Anoniem zei

Haha, 'nee' :-)
Het was trouwens een erg mooi beeld, die vissen in een groentela.