Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, mei 06, 2007

De ins en outs van het

Wat vooraf ging: Kapitein David Thomas is pal na de oorlog in Hamburg om in het geheim te onderzoeken of ‘het’ vernietigd is. De enige die ‘het’ wellicht met eigen ogen heeft aanschouwd, commissaris Dornkreuz, heeft zojuist voor Thomas’ ogen zelfmoord gepleegd.


Toegegeven, het beeld van een exploderende schedel laat me niet koud. Maar ik ben op een missie. De vrouw die me op diens bestaan attent maakte, vertelde dat commissaris Dornkreuz zijn assistent doodgeschoten heeft voor hij opgenomen werd. Duitsers zijn grundlich. Iemand moet er procesverbaal van hebben opgemaakt.

Mijn chauffeur heeft braaf gewacht.
‘Nog iets bijzonders gebeurd?’ vraag ik hem.
I dunnow,’ knauwt hij, ‘er stortte nog een gevel in. Ik zag de hoofden van die vrouwen barsten toen de stenen ze raakten. Dat was geen prettig gezicht, kan ik u verzekeren.’
Hij spuugt zijn kauwgum uit en steekt een Lucky Strike op.
‘Denk je nog steeds dat de mensen hier dit verdiend hebben?’ vraag ik.
Hij inhaleert driftig, blaast de rook even haastig weer uit.
‘Nou?’
‘Kweenie,’ hakkelt hij, ‘het is anders, zo van dichtbij. Ik bedoel, ik had het ook kunnen zijn.’
‘Zo is het, soldaat,’ zeg ik en pak zijn schouder vast. ‘En nu gaan we naar het politiebureau of wat daar nog van over is. Volgens de kaart is het zes kilometer.’

Het politiebureau is alleen nog maar een skelet. Buiten zijn wat tenten neergezet, waarin potige MP’s gewichtig lopen te doen. Degene met het commando steekt een kop boven me uit. Hij salueert zoals het hoort en ik beantwoord de groet.
‘Is het archief bewaard gebleven?’ vraag ik hem.
‘Wat heeft u er te zoeken?’
Dit is zo’n man die op zijn strepen staat. Ik laat hem het passepartout zien, met de handtekening van de president. Hij fluit bewonderend tussen zijn tanden.
‘Een politiecommissaris heeft zijn assistent doodgeschoten,’ zeg ik, ‘kort voor het einde van de oorlog. En ik wil weten waar.’
‘Grappig dat u het vraagt,’ antwoordt hij, ‘u bent al de tweede vandaag.’
Op slag lijkt het alsof er ijs in mijn bloed zit.
‘Laat me raden, een vertegenwoordigerstype?’ vraag ik.
Yup.’
‘Wat heeft u hem verteld?’
‘Dat hij beter zijn neus kan gebruiken, want het archief is verbrand.’

Eenmaal weer buiten rook ik een sigaret om van de schok te bekomen. De lucht boven Hamburg lijkt van melk. Op straat sjorren twee vrouwen een handkar met een vormeloze hoop. Pas als ik beter kijk zie ik verkoolde ledematen onder de dekens uitsteken. Ik slik en wend de ogen af. Dan komt het besef pas echt. Behalve mij weten alleen de president, de stafchef en het hoofd van de inlichtingendienst de ins en outs van het. Tenminste, dat dacht ik. Nu blijk Fred Gates niet in Hamburg om koelkasten te verkopen. Er zijn andere machten in het spel.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik wil, ik wil, ik wil.....MÉÉR!