Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, oktober 29, 2006

Soort zoekt soort

Eigenlijk zijn mijn zondagen gereserveerd voor het geven van literaire lezingen en optredens bij leesclubs, maar wegens een chronisch tekort aan boekingen kan ik vandaag lekker thuis blijven en genieten van mijn mannetjes. Zij en ik staan te dansen op de nieuwe van Keane als Natasja belt. Ik ken haar van de opleiding tot call center agent. Het klikte meteen, want ze is net zo’n rondje als ik. Ze is mijn enige echte vriendin, in die zin dat ze van vlees en bloed is. En wat voor vlees! Natasja is hoogblond en heeft iedere dag andere laarzen aan haar lange benen. Ook de rest van haar lichaam is goed geproportioneerd, zodat ze menig man in het voorbijgaan een whiplash bezorgt. Ze is alleen een kop groter dan ik en dat sluit iedere vorm van lust uit, wat mij betreft. De laatste keer dat ik haar sprak was ze op sterven na dood, tenminste, dat beweerde ze. De één of andere mysterieuze longaandoening, de reden ook dat ze langer op de loonlijst van Essent heeft weten te staan dan ik met mijn twee maanden. Meer dan de helft van de tijd zat ze ziek thuis. Nu voelt ze zich echter kiplekker, want ze heeft het voor elkaar: ze mag in Nijmegen de opleiding tot kinderhersenchirurg gaan volgen. Ze moet eerst een soort overbruggingsjaar doen, vertelt ze. Daarna is het in drie jaar gepiept. Haar vader betaalt alles.
‘Maar, eh,’ zeg ik, ‘alleen de studie medicijnen duurt al zes jaar. Dan moet je nog co-schappen lopen en daarna kun je je pas gaan specialiseren. Met chirurgie alleen al ben je bij mijn weten een jaar of zes kwijt.’
‘Nou,’ antwoordt Natasja, ‘dit is een heel speciale opleiding, voor heel speciale mensen. Daarom ben ik ook zo blij, suffie.’
Ze staat erop het heuglijke feit vanavond met mij te vieren. Sietse en Bart worden rond een uur of acht opgehaald, dus spreken we om tien uur af op het stationsplein.
Terwijl de hemel boven Roermond zwanger is van klokgebeier, is het eerst tijd voor een wandeling. Achter het outlet center zijn er nog een paar plaatsen, waar je gratis kunt parkeren. Daar gaan we Freds auto zoeken, maar zonder resultaat. Goed nieuws, besluit ik. Hij is vast een weekje naar zijn ouders in Culemborg, wat Fred wel vaker doet om op de kosten van levensonderhoud te sparen. Weer terug tast ik voor de deur naar mijn sleutelbos. Die vind ik, maar het nog voor driekwart volle pakje shag dat er ook hoort te zitten niet. Ik kijk ook mijn andere zakken na. Vergeefs. Dit zou een mooi moment zijn om met roken te stoppen, maar dat komt niet in mijn woordenboek voor. Verdomme! Hoe kan ik nou zo slordig zijn geweest? Ik stal mijn zoons voor de tv en rijd op de fiets als een gek de route na, die we hebben gelopen. Misschien, denk ik hijgend, is er een wonder gebeurd en heeft niemand het pakje shag zien liggen en geconfisqueerd. 5 Euro is het waard, meer dan 10 gulden, een kapitaal! Ik heb de hoop al opgegeven als ik het, ergens op een stoep, zie liggen, als een uit de kluiten gewassen herfstblad. God bestaat, denk ik, raap het pakje shag op en druk er een kus op.