Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

donderdag, oktober 26, 2006

De hofnar

Voor ik me aan Internet-daten waagde, was ik verslaafd aan SimCity. Dat is een computerspel, waarbij je een stad moet bouwen en tevens een manier om het kapitalisme te begrijpen: het systeem moet groeien, anders dondert het als een kaartenhuis in elkaar. Avondenlang zat ik uren achter elkaar in wezen niets anders te doen dan dwangmatig plantjes water geven, maar dan met een muis. Ik moest me nog serieus zorgen gaan maken over een Repetitive Strain Injury. Toen belandde ik dus op gezelli.nl, overigens aanvankelijk met louter professionele bedoelingen. Ik wilde een column zien te krijgen op één of meerdere datingsites. Enig veldwerk leek me wel gepast.
Ruim een jaar later telde mijn virtuele harem een twintigtal dames. Bij vlagen leek mijn zolder verdorie net een postkantoor, zoveel telefoontjes, sms’jes en mailtjes kwamen er binnen. Ik had iets beters dan SimCity gevonden. Hoe houd je twintig vrouwen, in leeftijd variërend van 24 tot 47 jaar, tevreden? En dat terwijl ze wisten dat ze ‘me’ moesten delen? Soms had ik er een dagtaak aan. Het mes sneed trouwens aan twee kanten. Mijn nieuwe boek kwam eraan. Het kon geen kwaad er wat fans bij te kweken. Visioenen van een ongekend sneeuwbaleffect doemden op. Mijn haremdames gaven het boek aan natuurlijk minstens tien vriendinnen cadeau en ook die gingen er op hun beurt weer mee leuren. En dan met stip de top-10 in. Dating als marketing tool.

Stiekem ga ik lekker twee keer kijken hoe Sietse en Bart als roosjes slapen. Ook vertel ik mijn harem dat ik de hele herfstvakantie 6 Euro 50 moet zien door te komen en dat die al op zijn. Van sommige dames krijg ik per kerende post op mijn kop: hoe kan ik ook zo dom zijn om op één paard te wedden? Bij andere krijg ik een schouder en mag ik even uithuilen. Misschien, wordt er voorzichtig geopperd, moet ik toch een baan gaan zoeken. Het is misschien maar voor even. Daar ben ik inderdaad ook bang voor. Het woord arbeidsmarkt alleen al bezorgt me de kriebels. Het is niet dat ik te lui ben om te werken. Je zou me eens bezig moeten zien als zich een boek dwars door mijn schedel heen naar buiten perst. Ik ben 24 uur per dag, zeven dagen per week met mijn vak bezig. Het probleem is dat ik een soort Romario ben. 88 minuten sta ik het een b-beetje koud te hebben, maar in de resterende 2 minuten schiet ik er op onnavolgbare wijze 3 doelpunten in. In een voetbalteam is er plaats voor een Romario, in een 9 tot 5-samenleving niet. Dat is ook waarom ik mezelf als een soort hofnar zie. Ik moet mensen met mijn stukjes zien te vermaken, ik moet ze laten lachen, ze laten huilen, ze raken. In de Middeleeuwen was er plaats voor zo’n gek als ik. Waarom nu niet? Maar goed, het ziet ernaar uit dat ik weer eens geen andere keuze heb. Na de herfstvakantie ga ik me inschrijven bij alle uitzendbureaus, beloof ik mezelf.

Geen opmerkingen: