Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

woensdag, oktober 25, 2006

Plan B

Het punt is dat plan B nog verzonnen moet worden. Op mijn zolder monster ik de noodvoorraad. Er is eten in huis voor drie dagen, schat ik zo. Ik vraag de mannetjes waar ze zin in hebben.
‘Poffertjes!’ roept Sietse.
Ik parkeer hem en zijn jongere broer Bart voor de Nintendo en ren even later als een kip zonder kop door de Jumbo. Het is nog een heel gepuzzel om mijn laatste kapitaal er doorheen te jagen, maar ik scoor een soort pretpakket, vind ik zelf. Intussen probeer ik er niet aan te denken dat mijn shag overmorgen op zal zijn, want als ik daaraan denk, voelt het alsof de grond onder mijn voeten verdwijnt.

We laten ons de poffertjes goed smaken, de mannetjes en ik. Naderhand zal mijn gehuurde sleetse tweezitsbank onder de poedersuiker zitten, alsof het plaatselijk gesneeuwd heeft, maar wat maakt dat uit? Sietse en Bart zitten apathisch naar de tv te kijken, maar ik zou ze wat graag in een doosje doen, zoals ze daar nu zitten. ‘Vader knuffelt zoons dood!’ lees er alles over. 36 poffertjes zijn er alleen wat weinig. En dan te bedenken dat ze bijna de helft van mijn budget hebben opgeslokt, de rekels! Bart eet er 9 en Sietse neemt er 18 voor zijn rekening. De rest is voor mij. Ik zal die nacht met honger naar bed gaan, realiseer ik me. Boontje komt om zijn loontje, luidt de Calvinistische conclusie. Ik speel al heel lang een heel gevaarlijk spel: alles of niets. Vroeg of laat moest ik wel tegen de lamp lopen. Bart wil trouwens alleen nog maar een kus bij het slapen gaan, geen liedje meer, waarbij ik zogenaamd niet kon onthouden dat daarbuiten een schaap liep en hij me moest corrigeren. Het zal de leeftijd zijn.

Tussen de bedrijven door neem ik me voor om mijn probleem eindelijk op te lossen in plaats van ervoor weg te lopen. Als de mannetjes slapen, stel ik niet tot morgen uit wat ik vandaag kan doen en probeer ik te achterhalen waarom ik niet meer kon pinnen. Ik werk de stapels ongeopende post door en vis er de enveloppen van de gemeente Maastricht uit, de uitkerende instantie in kwestie. Aha, ik heb een inlichtingenformulier niet op tijd ingevuld geretourneerd, ondanks herhaalde verzoeken, dus is mijn uitkering beëindigd. Logisch, ik was wat slordig met het sturen van adreswijzigingen. Bijgevolg liggen het bewuste inlichtingenformulier alsmede de herinneringen waarschijnlijk nog op mijn vorige adres, als de conciërge ze tenminste niet met het oudpapier heeft meegegeven. Dom, dom, dom. Er kan nog bezwaar worden gemaakt, lees ik. Het college van B & W moet de zaak dan binnen twaalf weken behandelen. Dat duurt me te lang. Er zijn trouwens spoedeisender aangelegenheden. Zoals het onderhoud van mijn virtuele harem.

Geen opmerkingen: