Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, oktober 15, 2007

Buitenleven

Op de St. Annastraat stuift een motorclubje weg bij een verkeerslicht. Dichterbij doen een vlakschuurmachine en een hond wie het klaaglijkst kan janken. Hoe kan het dat je in alles toch de zonneschijn hoort? Op zoek naar woorden werp ik een blik naar beneden. Vijf meter lager, in hun gedeelte van de tuin, zit mijn benedenbuurvrouw op haar knieën tussen de benen van de benedenbuurman fellatio te bedrijven. Het lijkt net echte porno, want ik zie alleen hun naakte lijven; de gezichten blijven net buiten beeld. Een moment later stijgt er op twee uur, links naast de kerk op de Groenestraat, een luchtballon op.

Dan gaat de telefoon, die ik met vooruitziende blik mee naar boven heb genomen. Het is Bart, mijn jongste zoon. Ik besluit, met de nodige censuur, te beschrijven hoe het is.
‘Ik zit in de zon, op mijn balkon en ik zie een luchtballon.’
‘O,’ zegt mijn jongste zoon. Hij lijkt het nog steeds vreemd te vinden om tegen een kastje te praten, zo zuinig is hij met lettergrepen over de telefoon.
‘En weet je wie er naast me zit?’ vraag ik.
‘Nee?’
‘Adrie!’ roep ik enthousiast. ‘Wil je iets tegen hem zeggen?’
‘Nee,’ antwoordt Bart. Zijn stem bibbert een heel klein beetje.
‘Misschien wil hij wel wat tegen jou zeggen. Hij knikt van ja. Hier komt-ie.’
Ik zet een gek stemmetje op en nodig Bart uit om in de tuin te komen spelen.
Jommens,’ kraait Bart, want zo spreekt hij het woord ‘jongens’ uit, ‘ik heb Adrie aan de lijn!’
‘Wie?!’ hoor ik mijn ex op de achtergrond vragen.
‘Dat is een draak die bij Ep in de tuin woont,’ legt Bart haar uit. ‘Hij eet geen vlees, maar groente. Eigenlijk heet hij Adrianus Gerardus Balthasar van Vuurtand tot Drakestein, maar dat was te lang voor zijn moeder om te roepen als het eten klaar was.’
Bart is alleen vergeten te vertellen dat ik hem, als hij hier is, telkens een verhaaltje over Adrie vertel, voor het slapengaan. Er zit een brok in mijn keel. Het duurt even voor ik mijn tuindraakstemmetje vind.
‘Je moet aan Sonja vragen of ze je het drakenpak meegeeft.’
De suggestie van Adrie, de vegetarische tuindraak wordt opgevolgd. Ik hoor hoe mijn ex belooft eraan te denken.
‘Tot gauw, hè? Hier komt je pappa weer.’
‘Hallo?’ probeert Bart.
‘Hoi,’ zeg ik met mijn gewone stem, ‘daar ben ik weer. Vond je het eng?’
‘Neuh,’ ontkent mijn jongste zoon.
Ik kijk nog eens over de rand van het balkon. Mijn onderbuurman is mijn onderbuurvrouw van achteren aan het nemen, terwijl ze beiden staan.
‘Leuke tuin heb ik, hè?’
‘Ja,’ beaamt Bart.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik zou wel eens willen weten wat de benedenburen van dit stukje zouden vinden ;-)

Ep Meijer zei

Nou Gien, wat zou jij ervan vinden als je er plotseling achter kwam dat er een draak in je tuin huist (een vegetarische draak weliswaar, maar toch)?

Anoniem zei

Ik zou het geweldig vinden!