Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

woensdag, oktober 17, 2007

Baas boven baas

Het is kwart over twaalf. Alle uitzendkrachten zijn weg met uitzondering van ik. Met een soort halve vorkheftruck, waarop je moet staan, breng ik kooien vol rollen tapijt naar een dok in de reusachtige loods van On Time Logistics BV.

De halve vorkheftruck heet ‘hondje’ onder intimi. Ik weet nog goed hoe ik in het begin bewonderend keek welke capriolen Boy ermee uithaalde. Inmiddels kan ik er ook aardig mee overweg.

Meestal is het na twaalven vrij rustig in de loods. Nu zijn er net twee vrachtwagens binnengekomen en zoemt het er van de vorkheftrucks. Als voorwereldlijke monsters hebben ze een reusachtige stekel, zodat de tapijtrollen zich gemakkelijk laten vervoeren. Vanzelfsprekend hebben ze overal en altijd voorrang. Mijn hondje heeft dat niet, laat staan een stekel, maar mooi dat ik me af en toe net Ben Hur voel op zijn stoere strijdwagen.

Een vorkheftruck heeft een draaicirkel van nul meter, maar dat geldt niet voor de stekel, die een meter of vijf lang is. De chauffeurs hebben instructies om hem ruim 2 meter omhoog te takelen, zodra ze beladen of vrij zijn.

In de praktijk moet je in de loods ontzettend op je tellen passen. Vanavond had ik het er nog over met Johan. Een dag voor ik een steekkarretje tegen mijn linkeroogkas kreeg, kwam zijn rechterhand vast te zitten tussen de band, met als resultaat een zwelling zo groot als een ei. We zijn het erover eens: de Arbo-dienst zou steil achterover slaan, zo zwaar en gevaarlijk is het werk bij On Time Logistics BV.
‘Je moet hier niet denken,’ zei Johan, ‘zo van, hij heeft me vast wel gezien. Je moet zeker weten.’
‘Vandaag of morgen,’ antwoordde ik, ‘gebeurt er hier nog eens een ernstig ongeluk.’

Het is kwart over twaalf. Nog een kooi of 10 te gaan. Dat wordt zeker half 1, denk ik, mooi zo, weer 7 uur gewerkt, grofweg 56 Euro verdiend.

Toeval of niet, de kooi in kwestie moet naar dok 56, ongeveer halverwege de loods. Er komt me een vorkheftruck tegemoet. Beladen met een tapijtrol van een kilootje of 400, schat ik zo. Zeker 5 keer eerder heeft bijna dezelfde situatie zich afgespeeld in het afgelopen half uur. Alleen kwam het er nooit op aan. Ik weet dat de vorkheftruck linksaf moet, voor mij rechtsaf. Maar even vergeet ik helemaal waar ik ben en geef ik gas. Rechtdoorgaand verkeer heeft immers voorrang.

‘Ho!’ roept een stem.

Meteen laat ik de gashendel los. Het hondje stopt braaf, maar kan niet voorkomen dat de tapijtrol van een kilootje of 400 rakelings langs mijn hoofd zwiept.

‘Je had bijna vakantie gehad!’ roept de chauffeur van de vorkheftruck me toe.

Geen opmerkingen: