Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

donderdag, juni 07, 2007

Vacuüm

Wat vooraf ging: kapitein David Thomas is pal na de oorlog in het gebombardeerde Hamburg om in het geheim te onderzoeken of ‘het’ vernietigd is. Hij is echter niet de enige…

Honderden vrouwen moet ik ondervraagd hebben. Uiteindelijk heb ik voldoende getuigenissen verzameld om de plaats te kunnen bepalen waar commissaris Dornkreuz zijn assistent heeft neergeschoten. Nu sta ik er. Tenminste, dat hoop ik. Nog meer hoop ik dat Fred Gates me niet voor is geweest.

De toegang tot de kelder lijkt op een grot: een gapend gat temidden van de brokstukken van wat eens een huis van vijf verdiepingen is geweest. Ik laat de lichtbundel van de zaklantaarn met het donker van de opening spelen. Ik buig me voorover, zie niets. Alhoewel, was dat geen bliksemschicht, in de diepte?
Nog een laatste keer kijk ik om me heen. Hier en daar staan nog muren overeind. Soms lijken ze ergens op. Een galg, een biddende monnik. Dan daal ik af.

Ik begin pas weer met ademen als mijn tenen de keldervloer voelen. De stank is niet te harden. Ik klem een zakdoek voor de neus. Met mijn andere hand knip ik de zaklantaarn weer aan.

Acht harige poten houd ik gevangen in de lichtstraal, als het silhouet van een bommenwerper in de bundel van een zoeklicht. Een spin. Barstensvol met bloed. Insecten zijn gek op lijken. Ik inspecteer de muren. Voorraadkasten. Leeg. Bestoft met de dikke laag stof waarmee alles in Hamburg bedekt is, het stof waarvan ze hier zeggen dat het door de muren kwam. Puingruis. Geen sporen van een worsteling. Alles is intact. Hout kan zonder zuurstof. Ik haal diep adem en beschijn de grond.

Voeten. Twee grote, meerdere kleine. Twaalf stuks. De verlichte cirkel kruipt omhoog. Miljarden stofdeeltjes dansen in de kegel tussen mij en dat wat ik zie. Een zweetdruppel daalt via mijn ruggengraat af.
Een moeder en vijf kinderen, driemaal jurkjes, tweemaal Lederhosen. De oudste was hooguit acht. De dood heeft hen verrast. In minder dan een seconde was de lucht die zij gewend waren in te ademen, verdwenen. Ze zitten als een wassenbeeldengroep op het bed. De ogen puilen licht uit en de tongen liggen als hamlappen in een slagersvitrine in de opengesperde monden. Dat kreeg je met fosforbommen. Door de hitte van de branden werd alles in de omgeving in een oogwenk vacuüm gezogen.

Dan zie ik de deken. Meteen besef ik het: eronder zit dat wat ik zoek. Mijn vingers trillen als ik mijn rechterarm uitstrek…

1 opmerking:

Anoniem zei

....
Ohja, en nu laat je me niet zolang meer wachten he... (Wel handig om het naar jou te schuiven, ha!)