Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, december 03, 2007

On-zin

‘Dag jongeman. Kunt u mij zeggen hoe kwaad het is?’
‘Pardon?’
‘Hoe kwaad is het?’
‘Sorry hoor. Taalkundig is er misschien niets mis met uw vraag, maar het is onmogelijk om op een zinnige manier antwoord te geven.’
‘Niet zo eigenwijs, jongeman. Er is wel degelijk sprake van een mate van kwaadheid. Even zozeer hebben we te maken met een cyclisch patroon. Kwaadheid komt en gaat in golven. Derhalve is mijn vraag wel degelijk opportuun.’
‘Tussen uw oren misschien. In mijn wereld gelden heldere afspraken over het gebruik van taal.’
‘Welk een kortzichtigheid. We denken dat we iets beet hebben door etiketjes op de werkelijkheid te plakken. Iets met vier poten en een leuning heet een stoel. Zodra het nog maar één poot heeft, spreken we echter van een kruk. Hebben we daarmee de waarheid vastgelegd? Welnee. Taal is niets anders dan een reddingsvlot waaraan wij ons vastklampen. Om ons heen sterven sterren, zwermen de kometen en regent het meteoren. De aarde is een stipje, jongeman, een stipje in een geheel waarvan niemand zich een voorstelling kan maken. We geven iets een naam en denken onze schouders op te kunnen halen. Zielig, om zo de ogen voor de werkelijkheid te sluiten. Ik vraag u nogmaals, hoe kwaad is het?’
‘Oké, oké, ik ben het met u eens dat taal illustreert hoezeer wij mensen in vooroordelen denken. Maar dan nog is uw vraag lariekoek. Ik kan u net zo goed vragen naar de kleur van woensdag.’
‘Blauw.’
‘Eh, eerder groen, zou ik zeggen. Maar daar gaat het niet om. Ik kan u niet zeggen hoe kwaad het is.’
‘Probeer het dan tenminste.’
‘Goed dan, eh, tien over zwap.’
‘Zo laat al? Dan moet ik nodig gaan, anders mis is mijn fruts naar Sprotsj nog.’