Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

donderdag, december 06, 2007

A dirty mind is a joy forever

Vanochtend zoende ik met een Aziatische schone toen de wekker ging. Het is niet dat ik persé iets met Aziatische schonen heb, maar hoewel ik me heus wel herinnerde dat ik moest opstaan, drukte ik de wekker uit en ging naar haar op zoek in mijn dromen. Tevergeefs, uiteraard.

Als ik eenmaal uit bed ben vallen me dingen op die moeten. De was met name. Om precies te zijn is er geen schoon T-shirt meer in huis. Ik heb namelijk geen wasmachine en op de hand schiet niet op. De oplossing ligt om de hoek, in de vorm van een wasserette aan de Guido Gezellestraat. Maar ik wil niet voor lul staan. Dus loop ik er al dagen over na te denken hoe zoiets nou in zijn werk gaat, een wasserette. Het enige wat me te binnen wil schieten is een sketch van Mister Bean met de voor de hand liggende grappen over verwisselde kledingstukken. In sommige van mijn boxer shorts zitten sportvlekken, Godbetert. Hoe discreet is een wasserette eigenlijk? Het nieuwste plan is dat ik eerst op verkenning ga. Wie weet heb ik het lef om een medewerker aan te spreken. ‘Gekke vraag,’ oefen ik in gedachten. ‘Ik wil mijn was hier doen, maar hoe werkt dat?’ Misschien krijg ik het echt op mijn heupen en neem ik de was alvast mee. Of alleen wat T-shirts, ja, zo ga ik het doen.

Voorwaarde: het moet vroeg gebeuren, want ik heb een paar uur nodig om moed te vergaren. En dat is nu juist het probleem, want het lukt me maar niet om mijn nest uit te komen vanwege die Aziatische schone en zo. Dus blijft er alleen maar tijd over voor de buurtsuper, wat bij vlagen ook al een hele toer is, want je weet maar nooit of mijn favoriete caissière dienst heeft. Ze is veel te jong voor me, maar te lief om niet over te fantaseren. Ik heb haar eens gecomplimenteerd met de naam op haar badge. ‘Past goed bij je,’ voegde ik toe, ‘je straalt.’
Ze voelde zich oprecht gestreeld, de schat.

Gisteren stond ik in de verkeerde rij. Tenminste, zo leek het. Mijn favoriete caissière moest ervoor over de schouder kijken, maar ze zag me. Ze glimlachte, zoals een vrouw glimlacht als ze een leuke man ziet, maar ook gleed, als een wolk, iets van teleurstelling over haar goddelijke gezicht. Als hij echt van me houdt, dacht ze, waarom staat hij dan bij Mieke, dat akelige mens, in de rij? Ach lieverd, ik wilde je alleen maar eens van de achterkant bekijken. Wat zeg je, stink ik?

Pff. Morgen beter.