Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, maart 02, 2009

Broddelklots en warrelpraat





Het was genoeg. Kabouter Plompzak verschanste zich in zijn paddenstoel en deed de luiken dicht. Hij stak een kaars aan en pakte het deel f tot en met g erbij van de encyclopedie over alle aspecten van het moderne kabouterleven. Het boek was zo zwaar dat hij het aan tafel moest lezen, maar er stond niet in wat hij zocht.

Was hij in slaap gevallen? De kaars flakkerde en hij meende haar stem te horen. Waarschijnlijk was dit geen droom en stond ze buiten het hoogste woord te voeren. Hoe meneer vast nog niet van de zee aan vrije tijd gebruik had gemaakt om eindelijk iets aan het tuinhuisje te doen? Hoe alles, maar dan ook alles op haar neerkwam. En waarvoor? Een grote bek, kon ze krijgen. Als het erop aan kwam, stond ze altijd met lege handen.

'Stop!' riep kabouter Plompzak en legde de handen over de oren. Het hielp niet. Haar gekijf bleef als een mes door zijn gevoel snijden. Er was niets goeds aan hem of het deugde niet, altijd liet hij haar er alleen voor staan.

'Kabouter DD,' prevelde hij. Nog steeds was het alsof de letters van haar naam dansten op zijn tong. Of hij nu wilde of niet, er schoten beelden door zijn wezen, van hoe het was toen ze opgeteld meer waren dan de som der delen. Samen in een bad met beukennootjes, samen lachen om de andere kabouters, samen... Ach, gewoon samen. Wat voelde het goed. Ergens onderweg waren ze elkaar kwijtgeraakt. Hij begreep nog steeds niet hoe en waarom.

Op zijn tenen liep kabouter Plompzak naar het raam en tilde voorzichtig een luik van het haakje. Door het kiertje dat zo ontstond, kon hij zien dat zij het inderdaad was. Het was alsof iemand zijn hart uitperste. Ze leek hem alweer vergeten en draaide met haar kont en pronkte met haar decolleté dat het een lieve lust was. Zo had ze hem ooit verleid. Inmiddels haatte ze van hem. Hij moest de ogen dichtknijpen om de tranen tegen te houden. Aandacht, dacht hij, alles draaide om aandacht.

Kabouter Plompzak deed het luik weer dicht. 'Ik houd van je,' fluisterde hij terwijl hij terugliep naar de tafel. Wat maakte het ook uit? In heel het grote kabouterbos was er toch niemand die het hoorde.


Ep Meijer 2009
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

Geen opmerkingen: