Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, februari 07, 2010

Being Nils Holgersson


De winter was lang geweest, alle kleur was uit de wereld gezogen. Het gras lag er zo vaalgroen bij dat het grijs was. Hier en daar restten nog wat plakken sneeuw die meer zwart dan wit waren. Dof ijs bedekte nog steeds het grootste gedeelte van de vijver, terwijl in een wak met gekarteld water meerkoeten en ganzen als schaakstukken dreven.

Toen betrad ik het toneel. Als op commando zwenkten de ganzen hun koppen in mijn richting. Meteen ook lieten ze van zich horen. 'Gak? Gak!' En dat dan dertigvoudig en net niet helemaal in koor. Naarmate ik naderde, legden de uitroeptekens de vraagtekens het zwijgen op. Zestig ogen waren op mij gericht. Ik meende zelfs dat het voelbaar was, als een trilling in de overigens loden lucht. Honger, dacht ik, die arme beesten verrekken natuurlijk van de honger.

Reeds waren de ganzen zich naar de waterkant aan het begeven. Intussen stond ik op een splitsing. Het pad omhoog leidde naar een bankje. Het perfecte rekwisiet voor een sjekkie, besloot ik.

Eenmaal gezeten, waren de ganzen tot het onderste pad gevorderd. Nog steeds adresseerden ze hun 'gaks' aan mij en de vraagtekens hadden alle verloren terrein heroverd.

'Mueslirepen!' schoot me te binnen, 'in mijn rugzak heb ik er een paar.' Toch wachtte ik nog even met de voedseldistributie. Hoever zouden de beesten gaan? Er was nog steeds een meter of vijf vrij steile helling te overbruggen om bij mij te geraken.
Ze zetten door, leken oogcontact met me te zoeken, zachter gakkend met iedere waggel. Ik vergat warempel een sjekkie te draaien.

Daar zit ik dan, op een bankje in een park en mijn blikveld is geheel gevuld met witte ganzen.
'Jullie zijn wel heel brutaal, hè?' stel ik vast.
'Gak', zeggen de ganzen. Geen vraag- of uitroeptekens te bespeuren.
'Hebben jullie zo'n honger?' vraag ik.
'Gak!' zegt de gans die het dichtste bij staat.
'Aha', zeg ik, 'haantje de voorste. Weet je wat? Ik heb iets voor jullie.'
Ik begin in mijn rugzak te woelen en een zacht gakken gaat op. De ganzen dringen op. Er zit nu nog maar dertig centimeter tussen de voorste en mij.
'Hoho', zeg ik. 'Als ware cinefiel heb ik natuurlijk The Birds gezien, van Hitchcock. Dus we gedragen ons wel een beetje, hè?'
'Gak', prevelt haantje de voorste, waarna de anderen haast gedwee volgen, net niet helemaal in koor.

En zo geschiedde dat op een grijze middag in het Sportpark te Hilversum een schrijver dertig witte ganzen uit zijn hand liet eten, ieder keurig op de beurt. Toen naderde een hond en trokken ze zich, na heel gewichtig te hebben gedaan met hun vleugels, terug naar de waterkant.

Ik liep naar het station en herinnerde me wat ik onlangs ergens gelezen had: er was bewezen dat mieren- en bijenvolken één organisme vormen. Zonder dat ze met draadjes aan elkaar vast zitten, maakt het individu gebruik van de intelligentie van het collectief. Dat kon alleen maar betekenen dat er meer was tussen hemel en aarde. Want we kunnen het weliswaar niet zien, maar de bijen en de mieren zijn wel degelijk met elkaar verbonden. Ik grinnikte. 'Gans?' dacht ik, 'dat is gewoon een ander woord voor geheel.'


Meer van mij over ganzen: klik hier.

1 opmerking:

Estrella zei

Leuk! Het gekke is dat toen ik begon te lezen over de Ganzen, ik direct Hilversum voor me zag... Mijn zus heeft daar gewoond en had bij één van haar eerste woningen een plaatsje waar veel ganzen kwamen, misschien daarom? Hm, alsof ik ze hier nooit zie...