Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, juni 22, 2009

Het valt niet altijd mee om God te zijn




Ooit had ik een bol in mijn handen. Alles zat erin gevangen. Het was volmaakt. Toen leidde een gedachte me af. Het kon nooit klaar zijn, er was altijd meer, dat moest. Groei, alles was groei, stilstand betekende achteruitgang. Tegelijk was ik me ervan bewust dat die gedachte zijn beperkingen had. In de omstandigheden waarin ik me bevond, bewoog zich niets, ook de tijd niet. Alleen die bol en ik waren er en zoals ik al zei was het perfect zo. Het had eeuwig kunnen doorgaan als dus die gedachte er niet was geweest. Door hem te denken erkende ik in feite dat ik me maar wat verbeeldde. Was het echt geweest, dan had ik niet de tijd gekregen om hem te denken, simpelweg omdat de tijd niet bestond. Maar ik dacht het. Uit woede gooide ik de bol kapot.

Big Bang.

Nu kan ik eigenlijk alleen nog maar achterover zitten terwijl het geheel uitdijt. Hier en daar klonteren dingen samen die eerder aan elkaar vast hebben gezeten. Dat heeft onverwachtse, grappige neveneffecten. Zo is er ergens, in een uithoek van een onbeduidend melkwegstelsel, leven ontstaan. Niet zomaar leven, intelligent leven nog wel. Eerst hadden de wezens niet in de gaten hoe klein ze in werkelijkheid waren. Maar ook nu ze door beginnen te krijgen dat ze zichzelf, gezien de schaal van alles, veel te serieus nemen, blijven ze de verantwoordelijkheid bij mij leggen, hoe intelligent ze ook zijn. 'God zal wel een bedoeling hebben,' zeggen ze, 'Hij weet alles.' Alsof dus sprake is van een masterplan.

Sorry, de waarheid is dat ik gewoon brokken heb gemaakt. Ik kan, net als die minuscule wezentjes op dat speldenprikje, slechts hopen dat er een macht bestaat die zoveel groter is dan ik, dat het hele heelal weer in zo'n bol past. En dat het dan stil is in het hoofd van degene die hem vasthoudt.

Amen.

Geen opmerkingen: