Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zaterdag, oktober 06, 2012

Truth or dare, Cuzco

Zodra we in het dal waren en bereik hadden, heb ik het opgezocht op Internet. De vrucht in Laura's buik heeft op dit moment de afmetingen van een garnaal. Toch staat ons leven op het punt om radicaal te veranderen. Ik kijk naar de liefde van mijn leven, de vrouw met wie ik de afgelopen twee jaar alle continenten behalve Antarctica heb bezocht. Ze zit op de rand van het bed heel bevallig te wezen met een handdoek om haar lijf en één om haar hoofd, Die om het haar lijkt op een torentje. Hoe doen vrouwen dat toch?

'Ik dacht trouwens dat je de pil slikte.'

'Dat deed ik ook. Deze is er kennelijk tussendoor geglipt.'

De balkondeuren staan wijd open en de ventilator aan het plafond hakt loom wiebelend de warme lucht aan mootjes.Van buiten dringen het geluid van toeterende auto's en een enkel 'caramba' door. Mijn bovenlijf glanst van het zweet. Ik zie een heldhaftige spermacel voor me, die, alsof het een computerspelletje is, monstrueuze hindernissen moet zien te overwinnen. Tot slot wacht de eindbaas: de pil met al zijn giftige hormonen.

'Een wonder,' concludeer ik.

'Precies,' knikt Laura.

'Zeg nou eerlijk, schatje. Dit heb je gepland. Waar of niet?'

Ze schudt heftig van nee, maar de toren op haar hoofd houdt het glansrijk. 'Ik ga je kietelen, hoor. Tot je het toegeeft.'

'Dat durf je niet,' giechelt ze.

Wel dus. Maar ik vraag eerst netjes of het geen kwaad kan voor de garnaal als het niet bij kietelen blijft. Laura verzekert dat ik me te buiten mag gaan.

Pas daarna werd het praktisch. Het sprak vanzelf dat we onze levensstijl niet konden volhouden. Rond de wereld reizen met een rugzak om was leuk, maar niet met een zuigeling erbij. We moesten ons kind een veilige basis geven. Zo erg was dat idee trouwens niet. Om eerlijk te zijn snakten we na al dat reizen naar een thuis, het liefst met een open haard en een tuin, zodat Laura kruiden kon gaan verbouwen. We fantaseerden erover, die avond in Cuzco, hoe het eruit zou kunnen zien, ons paradijsje voor drie en misschien wel meer.

Tot het over de hamvraag ging. Ik stelde hem nota bene zelf.

'Terug naar Nederland dus?'

Het leek alsof de woorden nog even rond zweefden voor ze een zin vormden, omdat ze zelf ook nog niet echt durfden. Buiten schreeuwde weer eens iemand 'caramba' en ik meende de trein naar Lima te horen vertrekken. Ik stond op van het bed en liep naar het balkon om mijn longen vol te zuigen. Alle Zuidamerikaanse steden roken naar uitlaatgassen, alleen het gehalte aan lamamest varieerde. Een windvlaag veegde mijn tors kortstondig koel. Het leek of de flats in mijn blikveld de mazelen hadden, zoveel schotelantennes plakten er aan de flanken. Op de daken tastten werkloze antennes als een woud van voelsprieten naar de al roze kleurende hemel boven Cuzco. Boven de contouren van de bergen in de verte kwam juist de net niet volle maan op. Kon het mooier? Ik wilde niet terug naar Nederland, als ik iets niet wilde was het terug naar Nederland! Ze zagen me aankomen, zeg. Mijn leven lang zou ik er herinnerd worden aan die ene etappe, de koninginnerit van de 97-ste Tour de France. Ik had hem eigenlijk al gewonnen, maar om redenen die alleen mij op dat moment duidelijk waren, keerde ik een halve meter voor de finish om en ging ik mijn kopman halen, zoals het een knecht betaamt. Mijn uitleg – dat iedereen toch zou denken dat ik het op doping had gedaan – vond maar weinig gehoor. Hoewel ik net als Vince Powers nooit betrapt ben, werd mij wegens het gebruik van ongeoorloofde middelen de deelname aan wielerwedstrijden verboden gedurende twee jaar.

Ik draaide me om, liep naar het bed en omhelsde Laura van achteren.

'Nou?'

'Dat lijkt me de meest reële optie,' vond ze. 'Nederland is toch ons geboorteland. Bovendien kunnen mijn ouders en misschien die van jou helpen met oppassen.'

Ik knikte maar, hoewel ik in gedachten nog lang zo ver niet was. Ik zat in een gemeentehuis met een frommeltje papier in mijn hand waarop een letter en een nummer stonden, te wachten op mijn beurt om me als ingezetene in te mogen schrijven zonder een inburgeringscursus te hoeven doen. Meneer van Aert was immers twee jaar lang zonder vaste woon- of verblijfplaats geweest. Ik werd bij voorbaat gek van de regeltjes in het vaderland.

We deden het nog een keer die avond, Laura en ik, bedaard haast, tot we het beiden niet meer hielden. Nog een keer vroeg ik of de garnaal veilig was voor ik versnelde en haar antwoord verloren ging in ons gezamenlijke orgasme.

Toen vielen we in slaap. Ik droomde dat ik in een wielerkoers zat. Ik reed op kop, maar de weg verwarde zich tot een Gordiaans knooppunt. Ik zette telkens weer aan zonder dat er iets veranderde aan de kluwen. Ik keek opzij. Laura reed naast me, zonder handen aan het stuur en schilde een appel voor me. Ze gaf partjes aan die met chirurgische precisie van ieder restje klokhuis ontdaan waren. 'Hier schat,' zei ze, 'je doping.'

Het volgende moment schrok ik wakker. De Mariaprenten op de muur waren al niet meer zichtbaar. Boven het balkon knipoogden drie sterren naar me en er werd veel minder getoeterd. Ik voelde Laura's haren over mijn wangen strijken, telkens als ze ademhaalde, maar meer nog werd ik me van een been van haar bewust, dat één van mij in slaap had doen vallen. Voorzichtig tilde ik het opzij, maar niet voorzichtig genoeg. Er ging een rukje door haar hoofd en ze zocht met haar lippen tot ze de mijne vond voor de lekkerste kus ooit.

'Ik hou van je,' zei ze, nee, kreunde ze, al klinkt dat veel te ordinair. We waren één op dat moment, zo één als je met twee mensen ook kunt zijn. Ik was nog nooit zo gelukkig geweest.

'Ik ook van jou,' stamelde ik.

Toen vroeg ze het. Een ongeluk komt zelden alleen? Het omgekeerde is ook waar. Sinds mijn ontboezeming op Machu Piccu was bijna een dag verstreken. We hadden het alleen maar over de garnaal in haar buik gehad. Maar Laura had me wel degelijk gehoord. Ze had zelfs vooruit gedacht, de schat.

'Er zijn toch drie Nederlandse ploegen? Het lukt je vast om een contract te krijgen als je dicht bij het vuur zit.'

Juist niet, dacht ik. Volgend jaar, als de honderdste Tour de France verreden werd, was ik 39, een grijsaard in wielerland. Daarbij was ik ruim twee jaar geschorst geweest. Wattages, de kracht die je met je spieren opwekte, dat is waar het tegenwoordig in het peloton om draait. Daar ging ik dan met mijn indrukwekkende trainingsritten in het Andes-gebergte; er stond niets op papier. Geen profploeg ter wereld zou me inlijven, laat staan dat ik in de Tourselectie werd opgenomen. Er was een wonder voor nodig, bijna net zo'n groot wonder als een spermacel die de pil versloeg, om me een startplaats te bezorgen. Toch drukte ik een kus op Laura's voorhoofd. Het pleit was beslecht.

'Oké, terug naar de wal,' zei ik.

Geen opmerkingen: