Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, juli 28, 2008

Wanneer engelen neerdalen


'Dit gaat zwaar worden,' verzucht Jean-Claude Acquaviva als we samen op de circustent aflopen waar hij en de andere zes zangers van A Filetta zullen optreden. Plaats van handeling is het Sfinks-festival nabij Antwerpen en dat is nou niet bepaald de ideale setting voor een muziekvorm die al uit de elfde eeuw dateert: polyfonie.
'Dit is inderdaad geen kerk,' grap ik, 'waar zijn de clowns?'
Jean-Claude is al vanaf vier uur 's ochtends op en lacht als een boer met kiespijn.


Een uur later. Zo'n duizend toeschouwers bevolken de circustent als de zeven Corsicanen in het zwart gehuld het podium betreden. Bastonen van andere acts en het geroezemoes van festivalgangers vormen een irritant behang. Maar Jean-Claude haalt een stemvork uit een borstzak, en slaat het ding tegen zijn jukbeen, waarna zijn gezicht een opmerkelijke metamorfose ondergaat. Is het een grimas van pijn, passie? Reeds zijn de zeven heren met zingen begonnen. Klaaglijk klinkt het, je kunt er Gregoriaanse gezangen in herkennen, maar ook Arabische invloeden. Bovenal is het betoverend mooi. Ik moet iets wegslikken en als ik zo om me heen kijk, geldt dat voor alle toeschouwers.

De bastonen, het geroezemoes, ze zijn er nog steeds, maar gaandeweg het optreden verandert de circustent in een andere dimensie, waar eigen wetten gelden. Het publiek, de zangers zelf, niemand hoort het rumoer op de achtergrond nog. Er zijn slechts de zeven stemmen van A Filetta die de toon aangeven. Tussen de nummers door reageert het publiek met een steeds stormachtiger applaus. Voor me vlijt een man zich op de rug en sluit genietend de ogen. Naast me zie ik tranen over de wangen van een vrouw biggelen. En ik? Mijn mond zakt regelmatig vanzelf open, merk ik en ik heb kippenvel.

Het slotnummer. De zeven stemmen sterven uit tot alleen nog maar een ruis hoorbaar is. Dan weet ik het zeker: er zijn engelen neergedaald op aarde. Dankbaar breekt het publiek de tent af. Even dankbaar nemen Jean-Claude en de zijnen de staande ovatie in ontvangst.
'En,' vraag ik na afloop, 'was het zwaar?'
Jean-Claude grijnst van oor tot oor. 'In het begin wel,' geeft hij toe, 'maar toen gebeurde er iets.'
'Klopt,' zeg ik, 'de hemel ging een beetje open.'
Foto: Suzan Lohez