Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, januari 14, 2008

Blijmegenaar vestigt wereldrecord!

‘Vandaag is in Blijmegen het ongelooflijke gebeurd: het wereldrecord verliefdheid is verbeterd. Onze verslaggever was erbij toen de nieuwe kampioen de bijbehorende versierselen, een lauwerkrans alsmede een verguld stuk boomschors met pijl-door-hartvormige incisie, van de hand van plaatsgenoot en part-time beeldend kunstenaar Waltraut van Wolzooij, in ontvangst mocht nemen. Natuurlijk stelde hij de vraag die je een topsporter altijd stelt. En natuurlijk antwoordde de kersverse wereldrecordhouder in de jij-vorm, zoals het een rechtgeaarde topsporter betaamt.’

‘Egbert, wat gaat er door je heen?’
‘Dat zo’n lauwerkrans jeukt aan je nek.’
‘Serieus?’
‘Ja, duh. Wat er door je heen gaat? Zij! Je kunt de hele dag aan niets anders denken dan aan haar. Zij is het mooiste dat ooit bestaan heeft. Als je nu begint heb je nog minstens 956 jaar nodig om haar schoonheid te bezingen. Zij is het soort vrouw waarvoor je een oorlog begint. Je staat met haar op en je gaat met haar naar bed. Figuurlijk gesproken dan, hè? Want ze is er niet echt. Dat is het hem nou juist. Je hoeft de radio maar aan te zetten. Ja, hoor. Een liedje met het refrein ‘You are always on my mind.’ Het is om gek van te worden. Ze zit in je hoofd en ze gaat er niet meer uit. Maar ja, dan zet je door, hè. Daar ben je topsporter voor. Hier heb je heel je leven lang voor getraind. Om door die zoete pijn heen te gaan.’
‘Is dat de reden dat je helemaal niet blij kijkt?’
‘Inderdaad. Het is wel zoet, maar het blijft pijn. Het is iedere dag weer afzien. Het wordt erger naarmate je langer niets hoort. Een week duurt de radiostilte nu al. Je krijgt er hoofdpijn en hartkloppingen van. En maar denken dat je iets verkeerds geschreven hebt. Dat ze daarom niet terug mailt. Je wordt er zo onzeker van, maar je gaat door. Dan had je maar een vak moeten leren. Iemand moet dit namens de mensheid doen.’
‘Wat denk je, zal dit record ooit sneuvelen?’
‘Lijkt me stug, maar als iemand het breekt, dan ben ik het. Morgen of zo.’
‘Succes!’
‘Dank je, ik kan het gebruiken.’

‘We zijn terug in de studio, waar we napraten met professor Wladimir Watenstof, vermaard ex-Kremlinoloog. Professor, wat moeten we nu hiervan denken?’
‘Een doidelijk geval von liebesziekte. Laat uns hopen dat zij elkaar aan het ainde kraigen.’
‘Mooie woorden, professor. Over naar het weer. Edwin, blijft het zo onstuimig?’

(Uit: Liefde is een ziekte)