Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zondag, mei 03, 2009

Bestemming bereikt




Als je vanuit Huissen naar Apeldoorn wilt, is er maar één logische uitvalsweg. Je komt eerst een rotonde tegen. Hoewel, rotonde? Eigenlijk betreft het een ordinaire T-kruising, want er zijn maar drie afslagen.

Dan gaat het onvermijdelijk langs de Rijn, die met al zijn strekdammen op een binnenstebuiten gekeerde duizendpoot lijkt. In de verte, aan de overkant, is de skyline van Arnhem al te zien, gescalpeerd door het viaduct van de N-325. Wie weet denk je het wel: wat er vandaag ook gebeurt, deze rivier stroomt hier morgen nog zo. Dat is een onuitstaanbare gedachte. In het leven gaat het erom verschil te maken. Eigenlijk zou alles vandaag tot stilstand moeten komen.

De Ingenieur Molsweg, beter bekend als de N-325, is vierbaans. Harder dan 80 mag je er echter niet. Het is maar beter om je aan de voorgeschreven maximale snelheid te houden. Niet dat het er na vandaag nog toe doet. Er zal niemand meer zijn om de boete naartoe te sturen. Toch moet je er niet aan denken dat je uitgerekend vandaag wordt aangehouden.

Er volgt een rotonde, één van de grootste van Nederland om precies te zijn, en ook één van de oudste. Desondanks gebeuren hier vele ongelukken, haast dagelijks. Extra voorzichtigheid is geboden. Een aanrijding nu zou wel erg ironisch zijn.

Vlak voor je de A-12 verlaat, passeert ter rechterzijde het clubhuis van de Rosendaelse Golfclub, nauwelijks zichtbaar tussen het jonge lover, maar als je goed oplet, zie je ze staan, de Jaguars en de Porsches. De eigenaars hebben geen geldzorgen en worden niet per 1 juni uit hun huis gezet.

De A-50 leidt omhoog. Links hangen zweefvliegtuigen als schetsen boven Terlet, terwijl reisbussen op de rechterrijbaan het verkeer ophouden. Hoe klein een auto is vergeleken bij zo'n kolos! Gelukkig zegt volume niets, zodra er snelheid in het spel komt. Ze maken geen schijn van kans. Heerlijk om straks eens echt gas op de plank te geven. Naar de hel, met alles! Met een beetje geluk kantelt de bus en vliegt het hele koninklijke zooitje in de fik.

Het verkeer stokt. De file wordt opgeslokt door de scherpe schaduw van een ecoviaduct. Daar heb je het weer: het wild krijgt ruim baan als het dwars wil, maar zodra een mens tegenstribbelt, wordt hij de goot in getrapt. Je bijt de tanden op elkaar. Het maakt niet uit dat je, hier in het donker, tot stilstand komt. Er is voldoende tijd. Je hoeft er pas rond kwart voor twaalf te zijn. Als de motor maar niet oververhit raakt. Of de koppelingsplaat. Dat zou een ramp zijn.

Vlak voor de kruising met de A-1 glipt de A-50 de Veluwe uit. De bossen maken plaats voor een weidelandschap dat door het met bomen omzoomde Apeldoorns Kanaal als een rits doorsneden wordt. Dit is de grens.

Eindelijk, afslag 24. Niets kan je nu nog tegenhouden.


[i]Ep Meijer 2009.
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.[/i]

Geen opmerkingen: