Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

donderdag, januari 19, 2012

Fragment uit 'Katja's Plan'


Als ik wakker schrik, staat de meter al op 85 Euro. De bossen hebben ons ingekapseld en de weg is smal geworden. Tot mijn opluchting herken ik de aanblik. Het lijkt gisteren dat ik hier met Katja en de kinderen reed. Toen maakte ik me zorgen of de overname wel door zou gaan, nu is die ineens een voldongen feit. Dat zit me niet lekker. Lief dat ze mijn hersens niet wilde overbelasten, maar Katja had best wat zaken kunnen overleggen. Zo zijn we toch niet getrouwd?
Voor het eerst kijk ik echt naar de chauffeur. Hij lijkt een beetje op een acteur uit oude Franse misdaadfilms wiens achternaam me niet te binnen wil schieten, want mijn geheugen blijft een zeef. Jean nog wat. Prop een sigaar in zijn mond en de gelijkenis is compleet.
'Excuseert u mij,' probeer ik in mijn beste Frans, 'waarom vroeg u me straks of ik wel zeker wist dat ik naar Merlin wilde?'
'Weet u wel zeker dat u dat wilt weten?' vraagt hij en hij lacht er niet bij.
'C'est tellement terrible?'
De chauffeur knikt gewichtig en begint te vertellen. Voor het stadje Merlin-sûr-Mordogne heette, had het een andere naam, begrijp ik: Merlin-le-Diable, genoemd naar een tovenaar die volgens de legende op een dag in de Middeleeuwen verrezen was uit de rivier. Het waren donkere tijden geweest. De inquisitie had nog maar net afgerekend met de katharen in de buurt en door heel Europa zaaide de pest dood en verderf. De inwoners konden wel een mascotte gebruiken en namen de tovenaar liefdevol in hun midden op. In ruil voor zijn bescherming gaven ze hem onderdak en voorzagen ze hem rijkelijk van voedsel en drank. Maar tegen welke prijs kwam de toverkracht? Merlin eiste mensenoffers, ieder jaar twee. Na verloop van jaren groeide het ongenoegen onder de bevolking, mede ook omdat de stad nog steeds door plagen geteisterd werd. De Mordogne bleef overstromingen veroorzaken en de ene na de andere oogst mislukte. Het zou uiteindelijk de liefde zijn die Merlins lot bezegelde. Toen de molenaarsdochter aan de beurt was, pikte de zoon van de schepen het niet langer, want hij was tot over zijn oren verliefd op het meisje. Samen met wat vrienden besloot hij de tovenaar te vermoorden door diens hart met een houten staak te doorboren. De lichtflitsen die met het gevecht gepaard gingen, schijnen tot in de verre omtrek waargenomen te zijn. Voor hij de laatste adem uitblies, had Merlin nog net de tijd om het stadje voor eeuwig te vervloeken. Voor de zekerheid werd het toch maar naar hem vernoemd, maar dat hielp niet.
'Sindsdien,' verhaalt de taxichauffeur, 'raken er ieder jaar opnieuw twee personen vermist, je kunt er de klok bijna op gelijk zetten. Soms door een overstroming maar soms ook gewoon op klaarlichte dag. Er wordt nooit iets van hen teruggevonden, nog geen haar.'
De afdaling naar het dal is begonnen. Hier was dat prachtige herfstpanorama te zien, maar nu bestaat de wereld uit vage vlakken die wel heuvels in de verte zullen zijn.
'Mooi verhaal,' zeg ik, 'maar is het ook waar?'
'Eh bien, de stad hangt het niet aan de grote klok natuurlijk, zeker nu het toerisme zo'n grote rol speelt. Kijkt u het maar na op Internet. In 1972 werd het ineens sûr Mordogne in plaats van le Diable. In datzelfde jaar werd de camping geopend. Toeval bestaat niet, monsieur, want geld regeert de wereld. Ze hebben weliswaar hun best gedaan om de naamsverandering in de doofpot te stoppen, maar af en toe verspreekt een oudere inwoner zich nog wel eens. Als u me niet gelooft, moet u maar eens dat kapelletje bij de markt bezoeken. Op het altaar is het bloed van Merlin de duivel nog steeds te zien, als een schaduw op het graniet.'
We zijn beneden. Zelfs in het donker licht het water in de stroomversnelling op en lijkt de Mordogne me likkebaardend opgewacht te hebben. Zou Katja weet hebben van deze geschiedenis? Vast niet, denk ik. Als ze al ervan gehoord heeft zal ze het haar kennende als visserslatijn af doen. Net als ik trouwens. Een stad die vervloekt is? Kom nou. Dat van die vermissingen heeft waarschijnlijk een geheel andere, plausibeler verklaring. Vloeken bestaan alleen tussen de oren. Wanneer de bewoners zo nodig willen denken dat er ieder jaar twee mensen verdwijnen, nemen ze het vast niet zo nauw met de gemeentegrenzen. Frankrijk is groot, het aantal mensen dat jaarlijks vermist raakt is vanzelfsprekend navenant hoog. Om dat te relateren aan de wandaden van een Middeleeuwse tovenaar getuigt van bijgeloof. Een paar honderd jaar geleden waren mensen misschien naïef genoeg geweest om in bakerpraatjes te trappen, maar ik leef in de 21-ste eeuw, waar rook zonder vuur hoogst zeldzaam is.

In het licht van de koplampen van de taxi doemt eindelijk de ingang van de camping op. Ervoor is een parkeerplaats aangelegd die zelfs op dit late uur nog met antiek aandoende lantaarnpalen verlicht is. Er staan vier, nee vijf auto's op met louter Nederlandse kentekenplaten. Een hemelsblauwe Porsche trekt de aandacht. Verder valt me alleen op dat onze stationcar er niet tussen staat. Zeker ingeruild tegen dat elektrische brik. Ik wist verdorie niet eens dat we al open zijn. Een groot paars bord met opnieuw die zwierige oranje letters verwelkomt me op 'Le Camping, l'endroit le plus swinging en Europe'. Over een huisstijl en een slogan hoef ik me alvast geen zorgen te maken. Swinging? Misschien zit er een disco met house parties in de planning, denk ik, het moet niet gekker worden.
Als we dichterbij komen zakt voor de zoveelste keer die dag mijn mond open. Een metershoge heg begint mijn blikveld te vullen, zodat het kampeerterrein zelf verscholen ligt. Alleen waar vroeger de slagboom stond, maar nu een manshoog hek met tanden, wordt me een inkijkje gegund. Hoewel, al wat ik zie is nog meer heg. Ik begrijp het. De gasten moeten een soort fuik door voor ze het wereldwonder mogen aanschouwen. Katja wil kennelijk geen pottenkijkers. Waar is ze toch mee bezig?
'Dat is dan 132 Euro en 40 cent,' zegt de taxichauffeur.
'Voor de rit of voor het verhaal?' grap ik en betaal met drie biljetten van vijftig Euro. 'C'est bon comme ça.'
'Merci monsieur. Et bonne chance.'
De taxichauffeur grijnst erbij als Jean de acteur in zijn meest vileine rol. Ineens herinner ik me diens achternaam weer: Gabin.

Ik sla het portier dicht en de taxi verdwijnt met een pluim aan de uitlaat. Het knerpen van de steentjes sterft uit en het is stil. Tenminste, ik heb verwacht dat het zo zou zijn, dus duurt het even voor mijn oren het geluid registreren. Het vergt nog langer tot ik me realiseer wat ik hoor, want het lijkt vanwege de afstand met golven en dalen te komen. Dit kan niet waar zijn, ik moet per ongeluk toch door een poortje naar een andere wereld geglipt zijn. Nee, achter de heg krioelt het niet van de krolse katten. Evenmin zijn er op een tennisbaan een paar gemengd dubbelwedstrijden aan de gang. Wat ik hoor is het onmiskenbare, amper gesmoorde kreunen van mensen die een seksueel hoogtepunt naderen, niet één stel, maar misschien wel vijf. Le plus swinging endroit en Europe. Aha, denk ik, op die fiets. Katja heeft me heel wat uit te leggen.