Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

maandag, april 27, 2009

donderdag, april 23, 2009

Onkruid vergaat niet




Martin Bril is dood.
What's in a name? Als je zijn columns of verhalen las, werd je gedwongen om een milde bril op te zetten, een bril met een ongelooflijk oog voor detail, een bril met een blik boordevol liefde voor zijn favoriete onderwerp: mensen. Het maakte niet uit of het over een bushokje of een sjoelwedstrijd ging, altijd las je tot het einde door, waar je steevast een glimlach wachtte en soms zelfs een brede grijns.

Nee, dan Ernest Louwes. Hij kwam gisteren weer op vrije voeten en dat is in ons kikkerland groter wereldnieuws dan de dood van een groot brein. Heeft hij het nou gedaan of niet, die rijke mevrouw uit Deventer vermoorden?
Ernest Louwes was gisteren the talk of the town op tv. Droog en feitelijk bepleitte hij nogmaals zijn onschuld terwijl zijn gezicht op alle netten op beheerst bleef staan.
Natuurlijk ging het ook over zijn verzet, op het moment dat de rechter hem in hoger beroep alsnog tot detentie veroordeelde. Voor het oog van de camera's ontbrandde Louwes in razernij. Er waren vier parketwachters voor nodig om hem tot bedaren te brengen. 'Het is me overkomen,' zei Louwes daarover, gisteravond bij Pauw & Witteman.

Hm.

Louwes was zijn emoties kennelijk niet de baas. Begrijpelijk. Men had hem eerst bij gebrek aan bewijs laten gaan, daarna was hij opnieuw gearresteerd. Hij verwachtte in hoger beroep vrijgesproken te worden, maar hij kreeg op een vreselijke manier het lid op de neus. Logisch dat hij ontplofte.

Toch. Onderschat nooit de kracht van ontkenning.

Als iemand kennelijk in staat is de controle te verliezen, zoals Louwes in de rechtszaal van Den Bosch, waarom zou dat dan niet eerder gebeurd zijn? De weduwe Wittenberg kan ook in een vlaag van verstandsverbijstering vermoord zijn. De dader overkwam het, net als het slachtoffer.

Uiteindelijk ontaardt die hele Deventer moordzaak in een bodemloze wellesnieteskwestie. DNA zus, DNA zo, de zogenaamde bewijzen voor en tegen zullen over elkaar heen blijven struikelen. Wat is waar? Je gelooft Ernest Louwes of je gelooft hem niet.

De dood laat een dergelijke keuze niet toe. Zo ben je er en zo ben je er niet meer, zonder aanziens des persoons, ongeacht je leeftijd, hoe mooi je ook schrijft. Ontkennen helpt niet. Het overkomt ons allen vroeg of laat, we kunnen slechts slikken.

Bedankt, Martin.


Ep Meijer 2009.
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.

dinsdag, april 14, 2009

Opgeruimd staat netjes




Alles moet weg. Pas als ik niets meer bezit, zal ik rijk zijn – vraag het na bij de Boeddhist om de hoek. Al jarenlang sleep ik een staart van dozen achter me aan, die ik dan tot de volgende verhuizing ergens in het donker stal. Wat er ook in zit, ik heb het tussentijds nooit gemist. Met die gedachte in mijn achterhoofd ga ik de dozen voor het eerst sinds 1874 openen.

Alles moet weg.

Mijn leven glijdt in extreme slow motion voorbij. Er duiken zwemdiploma's op en schoolschriften met stempels, bekers die ik met schaken won en een melodica, een tennisracket en golfschoenen. Bij alles dat ik vastpak, hoort een verhaal dat alleen ik weet.

Alles moet weg.

Foto's zijn deurtjes naar het verleden. Het haar op mijn kruin keert terug, ik leer fietsen, ik kruip, de liefdes van mijn leven glijden voorbij. Als ik de ogen sluit, beleef ik alles opnieuw, maar dan omgekeerd. Er ontsnapt een lange zucht uit mijn longen. Precies, denk ik, de herinneringen zitten al in mijn hoofd. Waar heb ik die spullen nog voor nodig? De dingen in de dozen hebben alleen voor mij betekenis, niemand anders heeft er iets aan. Als het moet, kan ik ze trouwens verzinnen. Dus wat moet ik met die troep? Hup, volgende doos!

Vroege, soms nog met de hand getypte verhalen kom ik tegen. Tjonge, wat smeet ik zoals iedere beginner met bijvoeglijke naamwoorden! Er zit nog meer in de dozen, manuscripten met name. Alleen al de versies van wat uiteindelijk Het Plato Paradigma zou worden, vormen opgestapeld meer dan een halve meter volgetypte A4-tjes. Ik pak er de oerversie bij, in het Engels, the Solution geheten en ruim driemaal zo dik als het latere boek. Ik hoef de pagina's niet eens open te slaan. Ik kan me de zinnen stuk voor stuk herinneren.

Alles moet weg.

Een multoklapper is het. Met een bruinwit gestreepte kaft die er als saai behang uit zag, maar verrassend ruw aanvoelde als je hem langs je wang haalde. Gekocht van mijn zakgeld bij de V&D in Heerlen, maart 1967. Mijn eerste verhaal staat erin: ridder Jan en de draak, eigenhandig geïllustreerd. Acht was ik en ik wist zeker dat ik schrijver zou worden. En weet u wat? Het liep nog goed af ook!

Alles moet weg? Bij de volgende verhuizing misschien.


Ep Meijer 2009.
Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd.