Twitter

Follow Ep_Meijer on Twitter

zaterdag, november 29, 2008

De zaak Klaas








Er is iets helemaal niet pluis in dit land.
Enkele weken geleden begon het. Mijn vriendin ging met haar dochter naar de intocht van ene Sinterklaas kijken. Ik weet nog dat ik specifiek naar de locatie heb gevraagd. In de haven van Amersfoort dus, om 13.00 uur. Tot zover niets aan de hand. Maar nu komt het: op exact het tijdstip dat die Sinterklaas voet aan land zou zetten in Amersfoort, zette ik de televisie aan. Wat zie ik? Een baardaap met een tabberd en een mijter. Alleen is de plaats van handeling niet Amersfoort, o nee. Volgens teletekst ben ik rechtstreeks getuige van de aankomst van Sinterklaas... in Almere. Ik mijn vriendin bellen. Raar maar waar, ook zij was er in levende lijve bij terwijl Sinterklaas Nederlandse bodem betrad...

Het werd nog erger.

Ik deed wat research. Die Sinterklaas kwam die middag niet alleen in Amersfoort en Almere aan, maar ook (en dit is slechts een kleine greep) in Amsterdam, Groningen, Delfzijl, Maasbracht, Deventer, Eindhoven en Nijmegen, niet altijd per boot trouwens, soms arriveerde de man zelfs per trein. De mensen die in Almere bij de intocht waren geweest, hadden er allen blij uitgezien. Ze zongen liedjes en deden dansjes. Dat terwijl ze mogelijk op klaarlichte dag werden bedrogen.

Ik wilde er het fijne van weten en zette mijn schoen, nadat ik een welluidend lied ten gehore had gebracht, aan het adres van een radiator, maar dat scheen zo te horen. De volgende ochtend kwam ik vroeg uit de veren om de inhoud van de gezette schoen te controleren. Helaas, die zogenaamde Sinterklaas had kennelijk geen aanleiding gezien om mijn gezang passend te honoreren.

Ik gaf de moed niet op en bleef het iedere avond proberen. Lauw loenen. Toen kwamen mijn zoontjes op bezoek. Ondanks mijn teleurstellende belevenissen met het ritueel stonden Sietse en Bart erop om hun schoen te zetten.
Wie schetst mijn verbazing dat zij de volgende ochtend wel iets bij de radiator vonden? Navraag bij Tineke, de dochter van mijn vriendin, leerde dat ook zij iets van die Sinterklaas in haar schoen had gekregen.
Wat mij betreft is dit een duidelijk geval van discriminatie, op leeftijd weliswaar, maar het blijft discriminatie. Van mijn moeder heb ik trouwens geleerd dat ik nooit snoep mag aannemen van vreemden. Daarbij is het nog huisvredebreuk ook wat die Sinterklaas flikt. Wordt over die cadeaus eigenlijk wel BTW betaald?

Gisteren was ik met mijn vriendin in de Jordaan. Normaal vindt ze het heerlijk om me aan haar zijde te hebben. Nu moest ik ineens vaak buiten wachten. Als ik wel naar binnen mocht, deden de verkoopjuffrouwen heel geheimzinnig.

De maat is vol. Ik zal niet rusten voor ik de onderste steen boven heb in deze zaak. Volgende week waarschijnlijk een onthulling waarvan Peter R. de Vries alleen maar kan dromen!

© Ep Meijer 2008

woensdag, november 26, 2008

Gemis heb je in zoet en zout





Afgelopen weekeinde verongelukte een gezin uit Hilversum. Vader, moeder en dochter kwamen om. De zoon van elf werd in kritieke toestand opgenomen.

Als ik het nieuws hoor, kan ik het niet helpen me af te vragen. Wat als hij het overleeft, wat wacht hem dan voor een soort bestaan? Hij is elf, hij kan nog niet op eigen benen staan.

Wacht, mijn vriendinnetje belt. Ze is nu bijna een week weg, maar het voelt als een maand. Haar stem, zo dichtbij mijn oor, is zo vertrouwd. We hebben onze eigen bubble, alleen wij weten het deurtje te vinden. Maar waarom kan ik haar niet vastpakken, nu? Ik vertel over de sneeuw in de tuin, dat die eigenlijk gevallen is opdat wij er samen naar kijken, het liefst vanuit de slaapkamer. Ik vertel ook dat ik me vreemd incompleet voel zonder haar, alsof een lichaamsdeel waarvan ik me niet bewust was, geamputeerd is.
'Nog drie nachtjes slapen,' zucht ze.

Als we na uren ophangen, kijk ik nog snel even op teletekst. Het jongetje van elf is nog steeds in levensgevaar. Ik zie mijn oudste zoon voor me in bleek ziekenhuislicht, geblutst en gedeukt, slangetjes die overal in zijn lijf steken. Zit er iemand naast zijn bed, wie vertelt hem dat zijn pappa, mamma en zus dood zijn? En dan, wie gaat voor de opvang zorgen?

De volgende ochtend. Teletekst meldt geen nieuws over het jongetje van elf. Wel is er een mailtje van mijn lief. Diepe zuchten slakend lees ik het ongeveer zeventien keer door voor ik terugschrijf dat ik ook heel erg naar haar verlang. Anders vliegen de dagen altijd voorbij, waarom duurt het nu zo lang?

Gelukkig heb ik afleiding. Ik maak de kattenbak schoon, draai een was, doe boodschappen, schrijf wat. Niets helpt, niet echt. 'Een sms,' prevel ik, 'een koninkrijk voor je sms.'

Half zes. De telefoon gaat. Hoera, het is mijn godin! Ik vertel dat ze gewoon bij me moet zijn, dat er anders geen lol aan is. Dat vindt zij ook. Maar dan hebben we het ineens over het jongetje van elf dat eenzaam voor zijn leven vecht, de leegte die hem wacht als hij de strijd wint. Staande het gesprek ga ik naar nu.nl.
'O,' zeg ik, 'hij is overleden.'
'Misschien maar beter zo,' verwoordt mijn vriendin ook mijn gedachten, 'hij zou geen leven hebben gehad.'

zaterdag, november 22, 2008

Apocrief


Woorden. Je kunt ze lezen, je kunt ze verslinden. Je kunt er bruggen mee slaan, je kunt er oorlogen om voeren. Woorden kunnen loos zijn of juist veelbetekenend. Je kunt ze ergens opplakken, je kunt met ze gooien en je kunt ze met voeten treden.
Dat laatste doet choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui met zijn voorstelling Apocrifu, letterlijk.

We schrijven vijf minuten voor elf op een waterige zaterdagavond, in een tot danstheater omgebouwde tramremise in Düsseldorf. Eindelijk zwaaien de gordijnen open. Op het toneel zeven zangers, drie dansers, een pop en boeken, heel veel boeken.

Wikipedia: Apocrief is een term waarmee bepaalde boeken worden aangeduid die aanspraak maakten om als onderdeel van de Bijbel te worden beschouwd, maar niet in de canon van de Bijbel zijn opgenomen. Er bestaat echter ook een alledaagse betekenis. Het woord 'apocrief' komt van het Griekse apokruphos dat "geheim", "verborgen" betekent.

Op de planken ontbrandt een heftige strijd om de (verborgen) waarheid. De dansers kronkelen door het stof, ze wervelen zich in het zweet om met elkaar in contact te komen. Ze rollebollen, ze stampvoeten ritmisch, ze vechten om hun gelijk. Ze kunnen het niet eens worden. Natuurlijk niet. De boeken die eerst nog een pad naar een andere enkeling effenden, worden als projectielen gebruikt. Wee degene die de waarheid spreekt, zelfs al is hij van hout. Dan komt de blanke sabel eraan te pas. Boeken worden doorstoken. Iedereen met een mening moet dood. Is het zwaard toch machtiger dan de pen?

Applaus.

Wacht, het verhaal is niet compleet. Het bijbehorende geluid zijn we vergeten. Genadeloos registreren je oren de klappen waarmee de dansers met hun voeten, maar soms ook met hun knieën pijnlijk hard op de vloer belanden. Maar vooral hoor je de schellen om hun benen waarvan ze zich proberen te bevrijden. Eén danser wil het maar niet lukken. Hij snikt het uit en hijgt. Zijn pijn is bijna voelbaar. Juist hij moet het als eerste ontgelden in de survival of the fittest die volgt.

Staande ovatie.

We hebben nog iets overgeslagen. De schitterende muziek. Die wordt live verzorgd door de zeven zangers van A Filetta. De polyfonische zang van dit Corsicaanse gezelschap zorgt niet alleen in een kerk of een circustent voor kippenvel. In het Tanztheater in Düsseldorf wordt treffend gedemonstreerd waarom de vermaarde filmcomponist Bruno Coulais al vele malen met A Filetta de studio is ingedoken. De intensiteit van de zang past naadloos bij beelden die hoe dan ook al emoties oproepen. Zo resulteert de samenwerking tussen Sidi Larbi Cherkaoui en A Filetta in een ongekende synergie, vooral ook omdat de zeven zangers als reuzenschaakstukken bijdragen aan de uitgekiende choreografie van Apocrifu.

Buiging.

Uiteindelijk rest de schaamtevolle aftocht van de laatste overlevende, de trap op. Boven aangekomen bedenkt hij zich geen seconde en stort zich op de al uitstervende, klaaglijke klanken van A Filetta in de diepte. Je kunt de anderen wel uitmoorden, maar je schiet er niets mee op, want alleen was je toch al. Ieder voor zich zitten we opgesloten in de isoleercel van onze eigen perceptie. Over de waarheid zullen we het nooit eens worden. Alsof de waarheid bereikbaar is voor gewone stervelingen.

Doek.


©Ep Meijer 2008

vrijdag, november 14, 2008

Cyclus



Ze lacht
ze fladdert
ze walst
ze raast

Mijn lief is vier seizoenen op een dag

Ze zucht
ze steunt
ze snikt
ze huilt

Mijn lief is vier seizoenen op een dag

Ze kust
ze krabt
ze bijt
ze lijdt

Mijn lief is vier seizoenen op een dag

Ze denkt
ze doet
ze speelt
ze is

Mijn lief is vier seizoenen op een dag

Ze koopt
ze spaart
ze neemt
ze geeft

Mijn lief is vier seizoenen op een dag

Ze smacht
ze haat
ze bevriest
ze smelt

O, was ik maar Erwin Krol!

woensdag, november 05, 2008

Verkiezingskoorts


'Wat zullen we erbij eten,' vraagt mijn vriendin, 'pizza?'
We hebben zojuist besloten dat we een soort pakjesavond van de Amerikaanse verkiezingen maken. We gaan nog net niet malle petjes opzetten en met vlaggetjes zwaaien.
'Hamburgers en popcorn natuurlijk,' suggereer ik.
'Yes, we can!' roept mijn vriendin.

Onderweg naar de buurtsuper praten we over het was, toen in Florida. Al Gore, de democratische kandidaat, kwam een paar stemmen tekort om er de man die nu al bekend staat als de slechtste president ooit, George Bush junior, te verslaan. Die stemmen kreeg hij niet. Hoewel Al Gore landelijk gezien de meeste wist te vergaren, verloor hij de race naar het Witte Huis, omdat zijn rivaal meer kiesmannen aan zich wist te binden. Dat noemen ze dan democratie in het machtigste land ter wereld.

'Als Gore had gewonnen, zou de wereld er nu anders uit hebben gezien,' beweer ik.
Mijn vriendin is dat via een aantal bijzinnen waarin Irak, 9-11 en orkaan Kathrina moeiteloos voorkomen, helemaal met me eens. 'Heerlijk toch, die spanning?' besluit ze. Ik beaam het volmondig.

In de buurtsuper tiert de voorpret welig en de hamburgers blijken warempel in de bonus. Omdat we beiden niet van cola houden, gaan we voor bier erbij. 't Is immers maar één keer in de vier jaar presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika.

Kwart over tien. Het is nog een uur en drie kwartier wachten op de eerste uitslagen. We volstaan met Nova en toosten met onze tweede Budweiser op de goede afloop. We nemen een slok en dan...

Mijn vriendin voelt zich ineens misselijk. Buikpijn heeft ze ook, zo erg dat ik zelfs even overweeg om een dokter te bellen. Het lijken wel weeën, steunt ze, maar ze wil geen polonaise aan haar lijf. Ik leg haar maar op bed. Ze vervalt meteen in subcomateuze toestand, maar ze ademt nog wel. Met de rug van mijn vingers voel ik aan haar voorhoofd. Gloeiend heet.

Bedankt nog hè, John en Barack!


©Ep Meijer 2008

zaterdag, november 01, 2008

De virtuele valstrik


Een moreel dilemma: een kinderlokker zit in de gevangenis en meet zich uit verveling diverse alter ego's op een vriendennetwerk aan. Hij verschuilt zich achter plaatjes van striphelden. Iedereen kan zien dat hij iets te verbergen heeft. Toch weet de kinderlokker een ongekende populariteit op te bouwen. Wat moeten we nu met zo iemand?

Onlangs heeft een rechter een paar jongetjes veroordeeld voor virtuele diefstal; ze hadden een klasgenootje onder druk gezet om zijn verdiende punten uit een computerspel af te staan. Maar een rechter zal het nooit kunnen verbieden als iemand zich onder aliassen op Internet begeeft. Je kunt je, in Second Life, op Hyves, op Facebook, op forums, ongestraft en naar hartelust als een ander persoon voordoen dan je in werkelijkheid bent.

Onze kinderlokker heeft geen leven in de gevangenis. Hij moet altijd in zijn eentje luchten. Anders wordt hij bespuugd en, als zijn medegevangenen de kans krijgen, verkracht of anderszins vernederd. Hij vlucht meer en meer naar het vriendennetwerk. Dat moet ook wel, want al die alter ego's vergen een boel onderhoud, zoveel onderhoud dat de kinderlokker er al gauw een dagtaak aan heeft. Gaandeweg raakt de wereld buiten de gevangenismuren zo ver weg dat werkelijkheid en virtualiteit door elkaar beginnen te lopen. Stukje bij beetje glipt zijn wezen in zijn vele alter ego's. Onze kinderlokker verdringt Real Life. Soms vergeet hij helemaal dat hij in de cel zit. In zijn hoofd is hij meerdere mensen tegelijk en die zijn allen even gerespecteerd en geliefd.

Na een aantal jaren in het cachot mag onze kinderlokker wegens goed gedrag een weekeinde op verlof in de echte wereld. Hij laat er geen gras over groeien en betast een meisje onzedelijk met wie hij via één van zijn vele alter ego's een afspraak heeft gemaakt.

Na afloop, terug in het gevang, mag hij voor straf een tijdje niet meer op de computer. Na een paar weken in de hel kan hij eindelijk weer aan zijn verslaving toegeven. Alles moet hetzelfde zijn als eerst. Dus ontkent of liever, verdraait onze kinderlokker de gebeurtenissen categorisch. Het is niet zijn schuld, het meisje vroeg er zelf om. En zie, de vlieger gaat op. De steunbetuigingen zijn zo massaal dat onze kinderlokker de realiteit uit het oog verliest en zelf in zijn onschuld begint te geloven. Het slachtoffer en de getuigen beschuldigt hij ervan dat zij het zijn die de waarheid verdraaien, dat ze hem kapot willen maken.

Terug naar het dilemma. Wat vindt u nu, verdient onze leugenachtige kinderlokker een plaats op het virtuele schoolplein? Zo op het oog doet hij er niemand kwaad, want hij heeft voor al zijn aanhangers een vriendelijk woord over. Nou, wat wordt het, wetende dat we het over een schijnwerkelijkheid hebben? Als het aan mij ligt moet hij met de billen bloot, want, ik kan het niet genoeg benadrukken, eerlijk duurt het langst.